Nieuws

Kinderarmoede vraagt om armoedebeleid op elke school

Gepubliceerd op: donderdag 13 april 2023

Liever luisteren? Klik hier voor de gesproken versie van de column van Marco Frijlink.

Het viel te verwachten, helaas: in 2024 groeit de armoede onder kinderen schrikbarend. Als de tijdelijke compensatiemaatregelen van het kabinet zijn uitgewerkt, zal in dat jaar 7,1% van alle kinderen, 230.000 maar liefst, opgroeien in armoede. Dit blijkt uit het CEP-rapport dat het CPB publiceerde. 7,1% dat zijn in een klas van gemiddeld 24 kinderen, twee kinderen per klas. En natuurlijk zijn er lokale en regionale verschillen, maar met deze aantallen, mag je stellen dat in elk geval elke school ermee te maken heeft.

Gemiddeld groeien twee kinderen per klas op in armoede.

Kinderen niet meer uitsluiten

Vorig jaar werd op 1 augustus de initiatiefwet van Kamerleden Westerveld en Kwint van kracht: vanaf dat moment mochten kinderen niet meer worden uitgesloten van schoolactiviteiten, ook niet als hun ouders/verzorgers om wat voor reden dan ook de vrijwillige ouderbijdrage niet betalen. De VOO juicht dit uitgangspunt van harte toe en ik schreef er eerder al columns over, vooral om betrokken scholen en medezeggenschapsraden uit te leggen wat nu precies de nieuwe regels zijn en hoe je daarmee om kunt gaan (hier en hier).

Eind vorig jaar bleek uit een representatieve steekproef van de Inspectie van het Onderwijs onder 160 middelbare scholen dat een meerderheid in hun communicatie naar ouders nog steeds de indruk wekt dat de ouderbijdrage niet vrijwillig is, óf op z’n minst de ouders onder grote druk zet toch te betalen.

Wat veel ouders niet weten

Wat zeker in het voortgezet onderwijs een probleem is, is dat veel ouders, en waarschijnlijk zelfs nog steeds veel scholen, niet weten dat de nieuwe wet niet alleen betrekking heeft op de ouderbijdrage voor een schoolreisje, maar op vrijwel alle kosten die door ouders worden gemaakt, met uitzondering van de kosten voor niet herbruikbare gebruiksvoorwerpen, zoals pennen, potloden, een atlas (hoewel je daar nog over zou kunnen discussiëren) of een rekenmachine (daar zou je nóg meer over kunnen discussiëren). Voor alle andere zaken geldt dat als ze voor het onderwijs nodig zijn, de school een bijdrage mag vragen, maar als de ouders niet betalen, de school de verantwoordelijkheid heeft om met een gratis alternatief te komen.

De nieuwe wet heeft alleen betrekking op de ouderbijdrage voor een schoolreisje, maar op vrijwel alle kosten die door ouders worden gemaakt.

Terughoudend

Dat maakt dat het begrijpelijk is dat met name middelbare scholen heel terughoudend zijn om de ouders hier proactief op te wijzen. Want dit gaat dus ook over tweetalig onderwijs, het technasium, hoogbegaafdenonderwijs waar een bijdrage voor wordt gevraagd, een Rome-reis, een extra keuzevak, en zelfs over de laptop als die nodig is om onderwijs te volgen. Voor al deze zaken geldt: als de ouder niet betaalt, moet de school voor een alternatief zorgen. En de kern van het probleem is dat de scholen daar (uitzonderingen daargelaten), het geld niet voor hebben. Dus zeggen scholen niet: ‘als je geen laptop voor je kind koopt of huurt, doet de school dat voor je’, want ze zijn als de dood dat vervolgens alle ouders denken: ‘laat de school het maar betalen, het leven is al duur genoeg’. Wat ook zo is natuurlijk.

Dit gaat dus ook over tweetalig onderwijs, het technasium, hoogbegaafdenonderwijs waar een bijdrage voor wordt gevraagd, een Rome-reis, een extra keuzevak, en zelfs over de laptop als die nodig is om onderwijs te volgen.

En in Nederland hebben we afgesproken dat funderend onderwijs gratis is. Dus moet de school betalen voor alles wat nodig is voor het onderwijs. Alleen: daar krijgen de scholen geen bekostiging voor. De normen die de basis vormen voor wat scholen krijgen per leerling zijn een jaar of twintig geleden vastgesteld en toen maakten laptops daar nog geen deel van uit. Net zomin als tweetalig onderwijs of technasia.

Extra pijnlijk

In deze tijd van grote inflatie en oplopende armoede is het extra pijnlijk dat de vraag of alle leerlingen dezelfde kansen krijgen steeds afhankelijker is van de portemonnee van hun ouders. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de toegang tot betaalde huiswerkbegeleiding of bijles. Het is hoog tijd dat scholen leerlingen zelf zo goed ondersteunen dat betaalde huiswerkbegeleiding geen winstgevende markt meer is, en scholen genoeg geld krijgen van het Rijk om de voor het onderwijs noodzakelijke materialen en apparaten aan te schaffen. Tot slot moeten we de vrijwillige ouderbijdrage afschaffen en vervangen door een vaste bijdrage per leerling per jaar.

Het is hoog tijd dat scholen leerlingen zelf zo goed ondersteunen dat betaalde huiswerkbegeleiding geen winstgevende markt meer is, en scholen genoeg geld krijgen van het Rijk om de voor het onderwijs noodzakelijke materialen en apparaten aan te schaffen.

Maar het moet niet alleen komen van het Rijk. Ook elke school moet zich bezig houden met de vragen: ‘op welke manier komt armoede op onze school voor?’ en ‘hoe willen we daarmee omgaan?’ Vaak wordt gesteld dat scholen waardengemeenschappen zijn. Ouders, leerkrachten, directies en leerlingen moeten regelmatig met elkaar spreken over deze vragen en afspraken maken over de manier waarop kinderen die in armoede opgroeien op school het best kunnen worden ondersteund. En dat kan in heel praktische dingen zitten, zoals het ter beschikking stellen van een gezond ontbijt, maar ook in de manier van communiceren. Hoe wordt er in schoolcommunicatie gesproken over bijvoorbeeld kosten voor schoolreisjes?

Alle beetjes helpen

Om te borgen dat dit gesprek regelmatig wordt gevoerd, pleit de VOO ervoor dat een paragraaf armoedebeleid verplicht onderdeel wordt van het schoolplan. Het schoolplan heeft instemming nodig van de medezeggenschapsraad, dus op die manier wordt geborgd dat alle geledingen die bij de school betrokken zijn het er regelmatig met elkaar over hebben.

Het gaat het probleem misschien niet oplossen, maar als we het serieus menen met kansengelijkheid, dan helpen alle beetjes. 230.000 kinderen hebben daar recht op.

Deze column is geschreven door Marco Frijlink, voorzitter VOO.

Marco Frijlink
Voorzitter

Marco is de voorzitter van de VOO en is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de vereniging.

Meer over Marco

Het is weer zover. De lente is begonnen, maar zoals bijna elk jaar is er nog veel op aan te merken. Te koud, te nat, te instabiel. Het is net de Staat van het Onderwijs. Elk jaar in april presenteert de Inspectie van het Onderwijs onder die noemer haar bevindingen in een lijvig rapport. Ook dit jaar is het weer raak, met nog ronkender bewoordingen dan vorige editie...



Als reactie op de aanpassingen in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) per 1 augustus 2023, hebben Tweede Kamerleden Stoffer en Pijpelink een amendement voorgesteld dat deze week met algemene stemmen in de Tweede Kamer is aangenomen. Dit amendement op een onderdeel van de Reparatiewet OCW voor het jaar 2023-2024, versterkt de informatiepositie van de medezeggenschapsraad en brengt de tekst van de WMS op dit punt in lijn met de tekst in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).