Nieuws

Column Marco: Als het echt niet anders kan: sluit een school dan netjes 

Gepubliceerd op: maandag 12 februari 2024

Soms is het onvermijdelijk: een school kan niet langer voortbestaan. Soms komt dat doordat de kwaliteit te lang onder druk staat en het bevoegd gezag geen reële mogelijkheden meer ziet om het tij te keren, bijvoorbeeld doordat het lerarentekort daar niet op te lossen blijkt. Meestal echter heeft het te maken met het leerlingenaantal. Als dat té lang té laag is, heeft dat niet alleen mogelijk consequenties voor de kwaliteit op een school, maar komen ook de financiën onder druk te staan.  

Opheffingsnorm

Elke gemeente kent een zogenaamde ‘opheffingsnorm’. Dat is het aantal leerlingen dat scholen in die gemeente minimaal moeten hebben om voor financiering door het Rijk in aanmerking te komen. Als een school 3 jaren aaneengesloten minder leerlingen heeft dan die norm, eindigt in principe de bekostiging door het Rijk. Voor schoolbesturen is dat moment vaak aanleiding om een oplossing te zoeken, bijvoorbeeld door de school te laten fuseren met een andere school. In het geval er een openbare school en een bijzondere school bij betrokken zijn, kan er een zogenaamde ‘samenwerkingsschool’ worden gevormd: een school waarbij de openbare identiteit wordt gecombineerd met een andere, religieuze identiteit. Soms zijn er geen reële andere mogelijkheden en wordt de school uiteindelijk gesloten, waarbij een goed plan wordt gemaakt voor de overgang van leerlingen naar andere scholen en de inzet van de medewerkers op een andere school. 

Belang van overleg en medezeggenschap

Al deze processen vinden in een ideale situatie plaats in goed overleg en nauwe afstemming met de medezeggenschapsraad, met als vertrekpunt: de school kan op deze manier niet voortbestaan en we moeten een oplossing zoeken. Dat zorgt ervoor dat de situatie van alle kanten goed bekeken wordt, dat alle reële alternatieven worden onderzocht en – heel belangrijk – dat de ouders en de personeelsleden goed en tijdig worden meegenomen en de kans krijgen hun ideeën te delen zodat die kunnen worden meegenomen in de besluitvorming.  

Voorbeelden van slecht bestuurlijk handelen

Helaas gaat dat niet altijd goed. Sterker nog, wij maken een aantal keren per jaar mee dat het als volgt gaat. Een bestuurder van een stichting met meerdere scholen vindt dat een school moet sluiten. Vervolgens informeert hij het team over zijn voornemen, en daarna krijgen de ouders een brief die erop neerkomt dat de school geen toekomst meer heeft en waarschijnlijk binnenkort dicht moet. De bestuurder zegt dat hij er met de MR over in gesprek zal gaan, maar het kwaad is dan al geschied. De ouders schrikken zich een hoedje en de lokale en regionale kranten besteden er meteen aandacht aan. Nieuwe ouders melden hun kinderen natuurlijk niet meer aan op de school en ook van de bestaande ouders schrijft een aantal hun kinderen over naar een andere school. 

Gevolgen en oproep voor zorgvuldigheid

Op deze manier wordt het voornemen van de bestuurder een self-fulfilling prophecy. Elk mogelijk alternatief wordt al bij voorbaat onmogelijk gemaakt en de MR wordt feitelijk buitenspel gezet. Het nog te lopen inspraak- en adviestraject, waarbij de MR advies mag geven, wettelijk bepaald op zodanig moment dat het advies nog van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming, is een farce. De verplichte ouderraadpleging, waarvan de wet zegt dat die moet worden gehouden voordat het besluit genomen wordt, zodat de uitkomst kan worden meegenomen in de besluitvorming kán die beoogde rol niet meer spelen. Kortom: een voorbeeld van slecht bestuurlijk handelen. 

Als dit hooguit één keer per jaar zou voorkomen zou er geen noodzaak zijn om hier een column over te schrijven, maar helaas gebeurt dit heel regelmatig. Het sluiten van een school is een heel ingrijpende aangelegenheid, voor het personeel, de ouders en niet in de laatste plaats de leerlingen. Die verdienen een respectvolle en zorgvuldige behandeling. Soms kan het niet anders, maar als dat dan zo is, zo vraag ik alle bestuurders, doe het dan in elk geval netjes! 

  • Leo Bosch

    • 11 maart 2024

    Er wordt in deze column gewezen daar de bestuurder(s), maar het mag duidelijk zijn dat het de discutabele rol van de minister van Onderwijs is die dit soort besluitvorming ondersteunt. Op het ministerie ligt de ultieme verantwoordelijkheid om een schoolsluitingsproces goed te faciliteren en te begeleiden. De onwil zit bij de Bestuurder, de Raad van Toezicht én het Ministerie. Zonder consequenties voor hen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marco Frijlink
Voorzitter

Marco is de voorzitter van de VOO en is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de vereniging.

Meer over Marco

MR Start

Compacte basiscursus voor beginnende MR-leden, bestaande uit één bijeenkomst.

Bekijk cursus

MR en Financiën

Over inkomsten, uitgaven en verantwoording van de school en de rol van de MR.

Bekijk cursus

Het is weer zover. De lente is begonnen, maar zoals bijna elk jaar is er nog veel op aan te merken. Te koud, te nat, te instabiel. Het is net de Staat van het Onderwijs. Elk jaar in april presenteert de Inspectie van het Onderwijs onder die noemer haar bevindingen in een lijvig rapport. Ook dit jaar is het weer raak, met nog ronkender bewoordingen dan vorige editie...



Als reactie op de aanpassingen in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) per 1 augustus 2023, hebben Tweede Kamerleden Stoffer en Pijpelink een amendement voorgesteld dat deze week met algemene stemmen in de Tweede Kamer is aangenomen. Dit amendement op een onderdeel van de Reparatiewet OCW voor het jaar 2023-2024, versterkt de informatiepositie van de medezeggenschapsraad en brengt de tekst van de WMS op dit punt in lijn met de tekst in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).