Voor het laatst bewerkt op: zaterdag 4 november 2023
Het kan voorkomen dat de school bepaalde voorschriften vaststelt over wat een leerling wel en niet mag dragen op school. In dit artikel leest u meer over deze regels en de rol van de MR.
Vrijheid van de leerling
In principe mogen leerlingen zelf bepalen wat ze naar school toe dragen. Toch kan het om verschillende redenen voor scholen wenselijk zijn om kledingvoorschriften op te stellen.
In de praktijk komen kledingvoorschriften voor op twee manieren: (1) in het kader van de veiligheid (bijvoorbeeld bij gymlessen) en (2) in het kader van de religieuze of levensbeschouwelijke visie van de school. In de door de Rijksoverheid gepubliceerde Leidraad Kleding op scholen staan verschillende voorwaarden voor het opnemen van dergelijke regels.
Leidraad Kleding op school
Volgens deze leidraad is het bij het opstellen van dergelijke voorschriften van belang dat deze niet discrimineren (volgens artikel 1 van de Grondwet) en de vrijheid van godsdienst (artikel 6) en meningsuiting (artikel 7) niet beperken. Ook moeten de voorschriften helder geformuleerd zijn, goed gecommuniceerd worden (via de schoolgids en het leerlingenstatuut) en mogen ze niet onevenredig zwaar zijn.
Kledingvoorschriften die de vrijheid van godsdienst raken zijn in principe verboden, met twee uitzonderingen: (1) in het bijzonder onderwijs mogen er regels worden gesteld in het kader van het verwezenlijken van de grondslag van de school en (2) in geval van een objectieve rechtvaardiging mag bepaalde kleding worden verboden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om kleding die het gezicht bedekt.
Kledingvoorschriften die niet de Grondwet raken
Sinds 2019 is de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding van kracht, die stelt dat onder meer bij onderwijsinstellingen geen kleding mag worden gedragen die het gezicht, of het gezicht minus de ogen, bedekt. Uitzonderingen hierop zijn kledingstukken in het kader van veiligheid, sport of een culturele activiteit (zoals carnaval). Het is mogelijk dat een school om veiligheidsredenen wenst dat bepaalde kleding (tijdens de gymlessen, bijvoorbeeld) niet mag worden gedragen. Zo kan te los zittende kleding of kunnen sieraden een gevaar zijn tijdens het sporten. Ook kan het zijn dat een school besluit om bepaalde kleding in de school of in de klas überhaupt niet te willen zien, zoals het dragen van jassen in de klas of het naar school gaan in een zwembroek.
Soms willen scholen dat ouders kleding van de school zelf of van een bedrijf afnemen, omdat op deze kleding het logo van de school staat. Scholen mogen dit echter niet verplichten. Als een ouder weigert een – vaak duurder – setje sportkleding met schoollogo aan te schaffen, dan mag de leerling gewoon in eigen, passende sportkleding deelnemen aan de gymlessen. Overigens mag de school wel ouders vragen om bijvoorbeeld een ‘wit shirt en korte sportbroek’ aan te schaffen voor de gymles, maar dan is de keuze waar dit gebeurt aan de ouder.
Procedurele eisen
In het primair onderwijs dienen kledingvoorschriften te worden opgenomen in de schoolgids. Voor het voortgezet onderwijs geldt dat regels over kleding in het leerlingenstatuut moeten worden opgenomen. Het leerlingenstatuut is een verplicht document, dat elke school in het voortgezet onderwijs moet hebben (artikel 2.98 WVO 2020). De rechten en plichten van leerlingen worden, na het vaststellen van het leerlingenstatuut, ook in de schoolgids opgenomen. Kledingvoorschriften die een relatie hebben met de veiligheid van leerlingen, kunnen in het primair en voortgezet onderwijs ook onderdeel uitmaken van het veiligheidsbeleid van de school.
Als een ouder of leerling vindt dat de kledingvoorschriften gewijzigd zouden moeten worden, kan hij of zij dit aangeven bij de medezeggenschapsraad (MR) op school. De MR kan dit dan eventueel bespreken met de schoolleiding. Het is ook mogelijk om een formele klacht in te dienen conform de daarvoor op school geldende klachtenregeling en/of melding te maken bij de Inspectie, indien u de maatregel onredelijk vindt/niet in lijn is met de wet en de schoolleiding hier geen wijziging in wil aanbrengen. In geval van (vermoeden van) discriminatie is het mogelijk om een klacht in te dienen bij het College voor de Rechten van de Mens.
MR en kledingvoorschriften
De MR heeft verschillende rechten ten aanzien van kledingvoorschriften. In het voortgezet onderwijs geldt dat de leerlinggeleding van de MR een instemmingsrecht heeft op het vaststellen of wijzigen van het leerlingenstatuut (artikel 14 lid 3b WMS). Verder hebben de ouders en leerlingen in de MR in het voortgezet onderwijs samen een instemmingsrecht op de schoolgids (artikel 14 lid 1a WMS).
In het primair onderwijs heeft de oudergeleding van de MR een instemmingsrecht op de schoolgids (artikel 13 lid 1g WMS). Voor het veiligheidsbeleid geldt dat, zowel in het primair als in het voortgezet onderwijs, de MR een instemmingsrecht heeft (artikel 10e WMS).
Deel deze pagina op social media
Delen