Nieuws

Artikel 23, en de vrijheid van richting

Gepubliceerd op: vrijdag 8 oktober 2021

Deze week publiceerde de Onderwijsraad, het belangrijkste onafhankelijk opererende adviesorgaan van regering en parlement, zijn langverwachte advies over artikel 23 van de Grondwet. Dit artikel waarborgt de beschikbaarheid voor iedereen van openbaar onderwijs en benoemt onderwijs als voortdurend onderwerp van zorg van de regering. Maar de meeste mensen kennen artikel 23 als het artikel dat de ‘vrijheid van onderwijs’ garandeert. De gelijke bekostiging van openbaar én bijzonder onderwijs en de vrijheid van richting en inrichting van scholen. Dit betekent dat scholen een bijzonder grote ruimte hebben om te bepalen hoe het onderwijs wordt verzorgd (de inrichting). Denk bijvoorbeeld aan Jenaplan, Montessori, of Daltononderwijs, dat zowel bij openbaar als bijzonder onderwijs voorkomt.

De vrijheid van richting betekent dat elke school vrij is zijn religieuze of levensbeschouwelijke grondslag te kiezen en het onderwijs daarop mag baseren. Daarom hebben we naast openbare scholen bijvoorbeeld ook joodse, katholieke, protestants-christelijke, islamitische en hindoe scholen.

VOO staat voor ontzuiling in het onderwijs

Vanaf het begin in 1917 is hier een hoop gedoe over geweest: de schoolstrijd, die meest recent zijn hoogtepunt bereikte in de jaren 60, niet toevallig het hoogtepunt van de verzuiling in Nederland. De VOO streed vanaf de start voor gezamenlijk naar school gaan onder het motto: ‘Onverdeeld naar de openbare school.‘ Sindsdien heeft zich een grote maatschappelijke verandering voltrokken. Niet langer is de samenleving gebaseerd op en ingericht langs de maatschappelijke en religieuze zuilen. Op een sector na, het onderwijs.

Artikel 23 en dan specifiek de vrijheid van richting daarbinnen, zorgen er tot op de dag van vandaag voor dat in het onderwijs, met name het primair en het voortgezet onderwijs, kinderen zich gescheiden ontwikkelen, afhankelijk van de religieuze en levensbeschouwelijke voorkeuren van hun ouders. De VOO zet zich er tot op de dag van vandaag voor in dat kinderen met welke achtergrond dan ook, met elkaar in één klas komen, om zich in interactie met elkaar te ontwikkelen en zich zo voor te bereiden op het constructief en met begrip en respect voor elkaar samenleven. Sinds de jaren 60 onder het motto: Niet apart maar samen.

Leerlingen de ruimte geven hun eigen identiteit te ontwikkelen

Ondanks dat er allerlei aanwijzingen zijn dat een meerderheid van de Nederlanders dat streven steunt, en de Onderwijsraad zelf ook, heel mooi, zegt, en ik citeer: dat “de school een plek hoort te zijn waar leerlingen leren samen te leven en samen te werken ondanks, of dankzij, verschillen. Een plek waar ze leren dat ze onderdeel vormen van grotere  gehelen; van lokaal tot mondiaal en van de eigen familie tot de mensheid. Een plek waar ze meekrijgen hoe mensen in de samenleving met elkaar omgaan en waar ze leren andere perspectieven en ‘de ander’ te zien.” Ondanks dat vindt de Onderwijsraad niet dat er reden is om de vrijheid van richting ter discussie te stellen.

Sterker nog, de Onderwijsraad neemt deze als uitgangspunt en noemt zichzelf de ‘hoeder van artikel 23’.

Dat is een gemiste kans. In het advies worden verstandige dingen gezegd over het primaat van de democratische rechtstaat, en ook, en weer citeer ik:

“Het is de opdracht voor iedere school, openbaar en bijzonder, om leerlingen te leren vanuit hun eigen idealen, waarden en normen te functioneren in een open en vrije samenleving en daaraan bij te dragen. Die opdracht is voor alle scholen hetzelfde, ongeacht de samenstelling van de leerlingenpopulatie of de grondslag van de school. Het verhaal over de eigen overtuiging vanuit de grondslag van de school is voor de Onderwijsraad nadrukkelijk iets wat een school kan toevoegen aan deze verplichte, gemeenschappelijk kern. En niet andersom.”

Dit is een belangrijk advies, waarbij de rechten van de leerlingen om hun eigen persoonlijkheid en mens- en maatschappijbeeld te vormen, eventueel in afwijking van die van de school, voorop worden gezet. Dat is een positief nieuw geluid.

De ogen sluiten voor de veranderingen die zich in de maatschappij aan het voltrekken zijn, en een ruim 100 jaar oud grondwetsartikel niet eens ter discussie willen stellen is dat jammer genoeg niet. Daarom zullen wij dat blijven doen onder het motto: ‘Samen leven, samen leren’!

Marco Frijlink
Voorzitter

Marco is de voorzitter van de VOO en is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de vereniging.

Meer over Marco

Inschrijven voor onze nieuwsbrieven

"*" geeft vereiste velden aan

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en updates*
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en ontvang wekelijks de nieuwste artikelen, tips en exclusieve inhoud over medezeggenschap, of kies voor de maandelijkse nieuwsbrief voor een update over het openbaar onderwijs.
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Het openbaar onderwijs heeft een actief-pluriforme opdracht. Dit betekent dat het onderwijs bijdraagt aan ‘de ontwikkeling van de leerling met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving’. Daarom kunnen kinderen godsdienstig of humanistisch vormingsonderwijs krijgen. Niet alle openbare scholen weten wat ze 'moeten', maar vooral ook niet wat er tegenwoordig mogelijk is bij het invulling geven aan deze wettelijke verplichting. Modern vormingsonderwijs is een kans om leerlingen op openbare scholen wat extra's te bieden op de thema's socialisatie en persoonsvorming.  



popup-close

Blijf op de hoogte van de laatste updates met onze nieuwsbrief!

Ontvang wekelijks nieuwe artikelen, tips en exclusieve inhoud over medezeggenschap, of maandelijkse updates over openbaar onderwijs.

"*" geeft vereiste velden aan

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en updates*
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.