“Eigenlijk zijn leerlingen de belangrijkste personen in de medezeggenschapsraad”. Sven Pieneman ontwikkelde samen met de VOO een MR-cursus voor leerlingen.
De VOO zet zich in voor goed onderwijs op alle scholen in Nederland. Voor de VOO betekent goed onderwijs ook dat kinderen in aanraking komen met alle facetten van de maatschappij.
Kinderen horen naast lessen over rekenen, taal en geschiedenis ook via school meer te weten te komen over de maatschappij waar ze in leven. Door inhoudelijk kennis op te doen, maar ook vooral door in aanraking te komen met onze samenleving en democratie. De school is dan ook bij uitstek de plek om deze waarden over te brengen aan leerlingen.
Lees op deze pagina meer over de visie en standpunten van de VOO op gebied van burgerschap en democratie op school.
De samenleving verandert zodanig dat leerlingen nieuws niet meer alleen via hun eigen netwerk (bijvoorbeeld ouders, vrienden, leerkrachten) tot zich nemen, maar ook via nieuwswebsites, -apps en andere sociale media. Leerlingen zijn in een zekere mate vrij om de informatie te kiezen die tot hun komt. Ze kunnen steeds meer verschillende opinies lezen en vormen ook zelf een mening over actuele gebeurtenissen. Het is belangrijk dat leerlingen niet alleen zelf hun mening vormen, maar deze ook kunnen uitdragen, erover in discussie kunnen gaan met anderen en hun mening kunnen wijzigen mocht daar aanleiding toe zijn. De school is bij uitstek de plek daarvoor. In het onderwijs moet ruimte zijn om actuele ontwikkelingen met elkaar te bespreken, te verklaren en te bekritiseren.
‘Samen leven, samen leren’ is met reden het motto van de VOO. De VOO streeft een onderwijssysteem na waarin kinderen van ouders van alle gezindten met elkaar naar school gaan, met elkaar leven en dus ook met elkaar leren. De school is zodoende de maatschappij in het klein. Leren van elkaar betekent ook met elkaar te praten over wat er in de wereld gebeurt, elkaars standpunten te leren begrijpen en onderlinge conflicten op te lossen.
Burgerschap is dan ook terecht een steeds belangrijker wordend thema, zowel voor de politiek als voor scholen. Steeds vaker dringt het besef door dat de ontwikkeling van democratische en kritische burgers begint in het funderend onderwijs. De VOO vindt dat juist op scholen er voldoende ruimte moet zijn om te kijken naar en te reflecteren op onze samenleving, omdat daar zoveel verschillende achtergronden, meningen en overtuigingen samenkomen.
Het onderwerp burgerschap dient wat de VOO betreft op school op twee manieren benaderd te worden. Ten eerste als schoolvak, waarbij leerlingen les krijgen over hoe onze samenleving is ingericht op het gebied van politiek, religie, samenleving, economie, enzovoorts. Tijdens dit schoolvak (maatschappijleer/burgerschap) is ruimte om theoretische kennis over te brengen en discussies te voeren over de huidige maatschappij. Daarbij leren leerlingen ook de vaardigheden die hiervoor nodig zijn, zoals luisteren, begrip voor elkaar tonen en het kunnen inleven in de standpunten van anderen.
“I believe that the school must represent present life – life as real and vital to the child as that which he carries on in the home, in the neighborhood, or on the playground” – John Dewey (My Pedagogic Creed)
Ten tweede dient burgerschap niet alleen op te houden zodra de les maatschappijleer/burgerschap voorbij is, maar dient het een onderwerp van aandacht te zijn in de school als geheel. Een democratisch georganiseerde school draagt bij aan goed burgerschapsonderwijs voor kinderen. Learning by doing is in dit kader een belangrijke onderwijskundige theorie. Door leerlingen zelf te laten ervaren en verantwoordelijkheid te geven, leren ze het beste hoe de samenleving in elkaar zit en hoe zij zich daartoe willen verhouden.
Dit kan bijvoorbeeld via de medezeggenschapsraad (MR) en een leerlingenraad (LR) die serieus genomen wordt. Maar het kan vooral ook door middel van de juiste manier van conflictoplossing, gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel voor de school en vertrouwen aan personeel, ouders en leerlingen om zoveel mogelijk kritisch-constructief bij te dragen aan de democratische school. Op die manier zorgen we ervoor dat kinderen niet alleen zich vormen als persoon, maar zichzelf ook weten te positioneren in de samenleving.
Hier vindt u de VOO-standpunten over dit thema. Heeft u een vraag over een van onze standpunten? Neem dan contact op met de VOO.
Bram is beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met medezeggenschap en kansengelijkheid.
Meer over BramEddy is beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met ouderbetrokkenheid en burgerschap.
Meer over Eddy“Eigenlijk zijn leerlingen de belangrijkste personen in de medezeggenschapsraad”. Sven Pieneman ontwikkelde samen met de VOO een MR-cursus voor leerlingen.
Helaas is armoede nog steeds een groot -en groeiend- probleem in Nederland. Het CPB verwacht dat in 2024 zo’n 7% van de kinderen in ons land opgroeit in armoede. Dat zijn gemiddeld zo’n 2 kinderen per klas en houdt u er rekening mee dat er nog meer zijn die net niet aan de definitie voldoen, maar bij wie het ook geen vetpot is.