Gepubliceerd op: donderdag 6 februari 2020
Jelmer Evers over verantwoordelijkheid nemen
Waar leraren staken, kan Jelmer Evers niet ontbreken. Vorige week sprak hij over ‘Verantwoordelijkheid nemen voor de wereld. De rol van het onderwijs en de leraar’, op de NIVOZ onderwijsavond in de reeks De grote wereld en de kleine wereld. Naar een pedagogiek van de hoop. Evers is geschiedenisdocent, denkt, schrijft en spreekt in binnen- en buitenland over onderwijs en is sinds kort vicevoorzitter van de Algemene Onderwijsbond.
Hoewel het thema van de reeks ‘hoop’ is, kan het publiek deze
onderwijsavond niet om de alarmerende berichten heen. Volgens Evers zijn we
waarden als vrijheid en democratie in Nederland vanzelfsprekend gaan vinden,
maar staan deze steeds meer onder druk. Dat stelt leraren voor de vraag wat te
doen. Hoe beweeg je je tussen de ‘kleine wereld’ van de klas en de ‘grote
wereld’?
Evers werd ooit leraar vanuit de liefde voor zijn vak
geschiedenis, maar de relatie met de leerling is voor hem steeds meer centraal
komen te staan. Hij vult samen met leerlingen het jaar in, waarin hij ‘wat moet’
probeert samen te brengen met wat zijn leerlingen en hijzelf willen leren en
bespreken. Hij laat zijn leerlingen nadenken over maatschappelijke
vraagstukken. “Het zou gek zijn als we grote thema’s niet bespreken als we ze
voorbereiden op volwassenheid.” Zijn leerlingen bevragen hem ook: waarom laten
we een ramp zoals in Australië gebeuren?
‘De grote wereld’ in
Ook vanavond laat Evers de maatschappelijke vraagstukken
niet onbenoemd. In sneltreinvaart passeren grote en zorgelijke ontwikkelingen
de revue: geopolitieke verschuivingen, sociaal-economische ongelijkheid,
klimaatverandering en technologie die steeds verder ingrijpt op ons leven en
onze privacy, ook in het onderwijs. De onvrijheid neemt toe, ook in Europa. Evers
vroeg zich af: “Heb ik verantwoordelijkheid voor een leraar in Hongarije, die niet meer vrij geschiedenisles
kan geven?”
Om zijn verantwoordelijkheid voor de ‘grote wereld’ kon hij
niet meer heen, toen een leerling hem vroeg: “Ja maar, Jelmer, wat ga jíj eraan
doen?”. Hij was even in shock, maar ook trots. Nu liet een kind hem de wereld
zien, precies wat hij hoopte te bereiken met zijn onderwijs. Zoals Luc Stevens
na afloop tegen Evers zegt: “Jij maakt leerlingen volwaardige partners, dan
gaan ze ook zo functioneren.”
Je kunt maatschappelijke thema’s verwerken in je curriculum,
maar volgens Evers moet je je afvragen of je op een bepaald punt ook een
systemische verantwoordelijkheid moet nemen. Hij roert zich inmiddels dan ook
volop in het maatschappelijk en politieke debat. Hij laat zich daarbij
inspireren door denkers als John Dewey, Paulo Freire en Theo Thijssen, die niet
alleen nadachten en schreven over onderwijs, maar hun inzichten ook vertaalden
in (soms radicale) politieke activiteiten.
Onderwijs onder druk
Publiek onderwijs staat volgens Evers internationaal onder
druk door privatisering en automatisering. Hij waarschuwt voor het moment dat
het ineens zo ver is en we ons afvragen “Zag je dat niet aankomen?” Ons
onderwijssysteem is een voorwaarde voor democratie, stelt hij. Dus als de
kernwaarden van de democratische rechtstaat, gelijkheid en mensenrechten onder
druk staan, wat doe je dan in én buiten de klas?
Natuurlijk, het werk in de klas is vaak al gigantisch,
erkent Evers. “Maar we vragen onze leerlingen zich ook actief met de wereld te
bemoeien. Als leraar heb je een modelrol: voer je slaafs het boek uit of sta je
ergens voor?” Ook in de klas kun je van betekenis zijn, door moeilijke
gesprekken niet uit de weg te gaan en leerlingen in aanraking te brengen met
verschillen.
Evers herkent dat je soms zo in het systeem zit dat het
moeilijk is stil te staan bij wat er in de wereld gebeurt. Maar er zijn
situaties dat je je werk niet goed meer kunt doen. Hij geeft het voorbeeld van
Noorwegen in 1943, waar 90% van de leraren in verzet kwam. Zij weigerden te
wennen aan een ander systeem. “Als je samen staat voor een koers, kun je die
bewaken.”
Verder kijken dan de klas
Tegelijkertijd kunnen slechte randvoorwaarden volgens Evers
het handelingsvermogen van leraren onder druk zetten: als je nauwelijks tijd,
ruimte en middelen hebt op school, is het moeilijk verder kijken dan de kleine
wereld van de klas. Dat zal herkenbaar in de oren klinken voor veel
leerkrachten, die worstelen met werkdruk en het lerarentekort en zich bij Evers’
verhaal wellicht afvragen “moeten we nu ook nog de wereld gaan redden?”.
Tegelijkertijd maakt hij duidelijk dat je de klas en die wereld niet kunt
scheiden en altijd alert moet blijven in welke wereld je werkt en wilt werken.
Evers wordt gevraagd waar hij de hoop vandaag haalt. Hij stelt dat er een keuze is en wil oproepen tot bewustzijn. Niet iedereen hoeft van hem de barricaden op, maar idealisme lijkt hem wel inherent aan het leraarschap. “School is een fijne plek om te zijn en zou een voorbeeld moeten zijn voor de inrichting van de rest van de maatschappij.” Hij wil positief afsluiten met een aanbeveling: het boek “On Education and democracy” waar hij aan meewerkte is gratis te downloaden.