Voor het laatst bewerkt op: vrijdag 24 november 2023
Het kan voorkomen dat de schoolleiding een pilot wil instellen om te testen of bepaald beleid een positieve uitwerking zal hebben als het definitief wordt ingevoerd. Hier leest u meer over de voorwaarden en de rol van de MR.
De definitie van ‘pilot’
Pilots, onderwijskundige experimenten, projecten: het zijn allemaal termen die gaan om tijdelijke voorzieningen die de school treft om te ‘testen’ of een bepaald middel definitief ingezet kan worden op school. Dergelijke pilots kunnen vanuit de Rijksoverheid worden geïnitieerd, vanuit externe organisaties, maar ook vanuit de school zelf.
In het woordenboek is de definitie van een pilot: ‘iets wat als test dient’. Het gaat daarbij om tijdelijk een wijziging, invoering of intrekking van iets op een beperkte schaal te testen. Het doel van een pilot is om ervan te leren en te kijken of het definitief en/of op grotere schaal kan worden ingevoerd.
Voorwaarden om iets als pilot te zien
Er is een viertal randvoorwaarden om iets als pilot te kunnen definiëren: omkeerbaarheid (het moet mogelijk zijn terug te keren naar de oude situatie), tijdelijkheid (de duur van de pilot moet passen bij hetgeen wat getest wordt), meetbaarheid (nulmeting en eindmeting nodig, vastgesteld doel) en kleinschaligheid (een test wordt niet gelijk over de gehele organisatie uitgerold). Deze randvoorwaarden worden bij ondernemingsraden gehanteerd en zijn ook goed van toepassing in het onderwijs.
Als er bijvoorbeeld als ‘pilot’ een 45 minuten rooster i.p.v. 50 minuten rooster wordt ingevoerd voor een heel schooljaar voor de hele school, kan worden gesteld dat niet aan de tijdelijkheidsvereiste en kleinschaligheidsvereiste is voldaan. In dit geval is er dus gewoon sprake van een wijziging van het lesrooster. Er moet uiteindelijk per geval worden bekeken of er sprake is van een pilot, of gewoon van het wijzigen van beleid.
MR en pilots
De MR heeft geen rechten met betrekking tot het uitvoeren van interne pilots binnen de school. Het is daarbij dus wel zaak dat wordt voldaan aan bovenstaande vier voorwaarden. Als daar niet aan wordt voldaan, dan kan er sprake zijn van een wijziging van beleid, waar de MR afhankelijk van om welk beleid het gaat een advies- of instemmingsrecht heeft. Dit moet per geval worden bekeken.
De MR heeft wel een adviesrecht bij het deelnemen of beëindigen van deelname aan een onderwijskundig project of experiment, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake (artikel 11 lid 1e WMS). Dat houdt in dat wanneer de school deelneemt aan een pilot van de Rijksoverheid of een externe organisatie, de MR vooraf om advies moet worden gevraagd. Er moet in dit geval ook een regeling van gevolgen worden opgesteld voor ouders en personeel (artikel 15 lid 1 WMS). Deze regelingen moeten ter instemming aan de geledingen worden voorgelegd (artikel 12 lid 1a, 13 lid 1a en 14 lid 2a en 3a WMS). Ook als de school duurzaam gaat samenwerken met een andere school, is er een adviesrecht voor de MR van toepassing (artikel 11 lid 1d WMS). Ook dan moeten dergelijke regelingen van gevolgen worden opgesteld en ter instemming worden voorgelegd.
VOO en pilots
Heeft u een vraag over of een bepaalde situatie wel als pilot gezien kan worden? Als lid van de VOO kunnen MR-leden vragen stellen aan de VOO Helpdesk. Nog geen lid? Maak uw MR dan lid van de VOO!
Deel deze pagina op social media
Delen