Het is lang geleden dat de lente zo miezerig is begonnen als dit jaar. In allerlei opzichten.
In artikel 1 van de Grondwet staat dat iedereen in Nederland in gelijke gevallen gelijk wordt behandeld. En dat discriminatie, op welke grond dan ook, is verboden. Zo ook in de klas. Maar hoe doe je dat als docent? Op deze pagina vindt u drie van de zeven tips van het Kenniscentrum Integratie en Samenleving (KIS). Alle tips zijn onderaan de pagina te downloaden.
Als je met jongeren ‘van kleur’, in gesprek gaat over discriminatie, dan komen er vaak heftige ervaringen los. Het delen van deze ervaringen zelf kan van de ene kant opluchten maar van de andere kant kan het ook een nare ervaring zijn; als je veel verhalen achter elkaar hoort over hoe mensen zoals jij gediscrimineerd worden, kan dat je moedeloos maken of zorgen voor gevoelens van hopeloosheid. Daarom is het belangrijk wanneer je inzet op de preventie van discriminatie je bij deze jongeren ook altijd inzet op empowerment van jongeren die vaak gediscrimineerd. Biedt bijvoorbeeld kennis over wat discriminatie is maar koppel hier altijd handelingsperspectief aan. Of wijs jongeren aan op hun rechten: leg uit dat discriminatie verboden is en leg uit waar je melding kunt doen en hoe je dat doet (zie www.discriminatie.nl).
Ideaal gezien wil je alle vormen van discriminatie verminderen: of het nu gaat om discriminatie vanwege religie, huidskleur, afkomst, handicap, sekse of seksuele voorkeur. Jongeren zien in eerste instantie vaak niet de overeenkomst tussen de ene vorm van discriminatie en de andere. Daarom kan je als onderwijsprofessional inzetten op de relatie tussen de verschillende discriminatiegronden. Gebruik hierbij dezelfde termen om de verschillende vormen van discriminatie te beschrijven. Wanneer je bijvoorbeeld spreekt over ‘omgaan met homoseksualiteit’ wordt het afwijzen van mensen die homoseksueel zijn, niet zo snel gezien als discriminatie. Spreek je daarentegen van discriminatie dan ben je er duidelijker over dat dit verkeerd is.
In lessen over vooroordelen en discriminatie is het zinvol als jongeren mensen ontmoeten en leren kennen die enigszins ‘anders’ zijn dan zijzelf; bijvoorbeeld mensen van een andere afkomst, seksuele voorkeur of religie. Maar het kan daarnaast ook goed werken als jongeren zien dat mensen met wie zij
zich zelf kunnen identificeren, ook tegen discriminatie zijn en goed om kunnen gaan met verschillen tussen mensen. Dat kan een docent zijn maar ook bijvoorbeeld een peer-educator, voorlichter of jongerenwerker. Daarbij is het belangrijk dat je geen discussies oproept over of discriminatie wel of niet mag; discriminatie is een strafbaar feit (en zelfs verboden in de grondwet) en daarom belangrijk als onderwijsprofessional de onwenselijkheid van discriminatie als vanzelfsprekend te beschouwen.
Deze tips en de overige vijf komen voort uit het onderzoek dat KIS heeft gedaan waarbij geobserveerd is in klassen tijdens de uitvoering van antidiscriminatie-interventies. Ook zijn er interviews afgenomen met docenten. Op basis daarvan geven KIS-onderzoekers in deze publicatie zeven gouden tips voor lessen over discriminatie op de middelbare school. Deze publicatie is bedoeld voor de ontwikkelaars van antidiscriminatie-interventies of -methodes die aangeboden worden aan scholen. Ook staan er tips voor docenten die zelf aandacht willen besteden aan dit thema.
Bram is beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met medezeggenschap en kansengelijkheid.
Meer over BramDe MR Academie is dé e-learning omgeving voor alle MR-leden in het onderwijs. Volg een gratis demonstratie!
Bekijk cursusVoor alle vragen over onderwijs en medezeggenschap kunnen leden van de VOO terecht bij de helpdesk.
HelpdeskHet is lang geleden dat de lente zo miezerig is begonnen als dit jaar. In allerlei opzichten.
In de Week van Openbare Scholen staan gelijkwaardig, vrijheid en ontmoeting en de slogan 'Openbare scholen – waar verhalen samenkomen' centraal. Deze kernwaarden en slogan zijn de basis van het actief pluriforme karakter van de openbare scholen.