“Eigenlijk zijn leerlingen de belangrijkste personen in de medezeggenschapsraad”. Sven Pieneman ontwikkelde samen met de VOO een MR-cursus voor leerlingen.
Een ambtelijk secretaris kan een waardevolle aanvulling zijn voor GMR-leden. Naast secretariële werkzaamheden kan deze persoon ook een bron van kennis zijn voor MR-leden en is een continue factor in het raadswerk.
Er zijn verschillende redenen waarom een ambtelijk secretaris zeer nuttig is voor de MR. Het hebben van deze persoon professionaliseert de medezeggenschap, onder meer door:
De taken van een ambtelijk secretaris vallen te onderscheiden in vier gebieden:
Een ambtelijk secretaris heeft een aantal eigenschappen/kwaliteitseisen nodig voor het werk nodig, zoals:
Er zijn daarbij wel een aantal zaken die geregeld moeten worden, namelijk de inkadering van de functie. Op welke plek binnen de schoolorganisatie wordt hij of zij aangesteld, aan wie legt hij/zij verantwoording af en wie beoordeelt zijn/haar functionering zijn daar de belangrijkste van. Ook de functieschaal/betaling van de ambtelijk secretaris dient een onderwerp van gesprek te zijn.
Indien de MR op zoek is naar een ambtelijk secretaris, kan de VOO hierin voorzien. De VOO heeft verschillende externe adviseurs die ruime ervaring hebben op gebied van secretariële ondersteuning en kennis hebben van de belangrijkste onderwijswetgeving. Neem contact op voor meer informatie.
Janny is senior beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met medezeggenschap.
Meer over JannyTijdens deze bijeenkomst leert u als ambtelijk secretaris meer over de ontwikkelingen in uw vakgebied.
Bekijk cursusVoor alle vragen over onderwijs en medezeggenschap kunnen leden van de VOO terecht bij de helpdesk.
Helpdesk“Eigenlijk zijn leerlingen de belangrijkste personen in de medezeggenschapsraad”. Sven Pieneman ontwikkelde samen met de VOO een MR-cursus voor leerlingen.
Helaas is armoede nog steeds een groot -en groeiend- probleem in Nederland. Het CPB verwacht dat in 2024 zo’n 7% van de kinderen in ons land opgroeit in armoede. Dat zijn gemiddeld zo’n 2 kinderen per klas en houdt u er rekening mee dat er nog meer zijn die net niet aan de definitie voldoen, maar bij wie het ook geen vetpot is.