Nieuws

VOO stuurt input programma’s naar partijen

Gepubliceerd op: woensdag 19 augustus 2020

De VOO vertegenwoordigt ouders, personeelsleden en leerlingen in het openbaar onderwijs. Vanuit onze idealen hebben we de verschillende politieke partijen input gestuurd voor hun verkiezingsprogramma’s. Lees deze input hieronder.

Al sinds 1866 zet de Vereniging Openbaar Onderwijs zich in voor het onderwijs in Nederland. Op verschillende cruciale momenten heeft de VOO een grote rol gespeeld in de totstandkoming van landelijke wetgeving. Zo kwam de Leerplichtwet in 1901 tot stand dankzij onderwijsminister Goeman Borgesius, tot 1887 voorzitter van de vereniging.

Ook stond de VOO mede aan de wieg van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) en dragen we tot op de dag van vandaag regelmatig bij aan de verbetering van het onderwijs, bijvoorbeeld door onze initiatieven op het gebied van gratis leermiddelen of de sociale veiligheid op scholen (anti-pestbeleid), die we samen met andere ouderorganisaties hebben geagendeerd.

In 2021 vinden de volgende Tweede Kamerverkiezingen plaats. In de jaren daarna wordt u veel gevraagd om keuzes te maken over de toekomst van ons onderwijs. Het verkiezingsprogramma is daarbij de basis voor de keuzes die u maakt. De VOO vraagt u om de volgende punten bij het uitwerken van uw verkiezingsprogramma in uw overwegingen te betrekken.

Geef alle kinderen gelijke kansen

Recent is besloten om te verbieden dat kinderen kunnen worden uitgesloten van extracurriculaire activiteiten, als hun ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet kunnen betalen. Een mooie stap in het terugdringen van kansenongelijkheid en het bevorderen van gelijkwaardigheid tussen alle leerlingen. Er zijn echter nog veel meer stappen die gezet moeten worden om kansengelijkheid significant te verbeteren. De VOO pleit ervoor om de keuze voor vervolgonderwijs na de basisschool later voor te leggen.

Kinderen kunnen dan niet tot hun twaalfde, maar tot hun veertiende of vijftiende levensjaar ontdekken waar hun wensen en talenten liggen. Uit grootschalig, ook internationaal onderzoek blijkt dat dit beter is voor de ontwikkeling van het kind en meer gelijke kansen biedt, zonder dat het afbreuk doet aan de ontwikkeling van welke deelgroep dan ook. Gelukkig ontstaan er in veel gemeenten ook al mooie initiatieven als brede brugklassen, waarbij dit enigszins mogelijk wordt gemaakt. We verzoeken de politiek om zich hard te maken voor het uitbreiden van het aantal brede brugklassen in ons land.

Concreet betekent dit:
1. Schaf de vrijwillige ouderbijdrage volledig af en verhoog de bijdrage van de Rijksoverheid aan scholen via de lumpsum, voor het organiseren van extracurriculaire activiteiten. Zo worden de verschillen tussen scholen verkleind.
2. Een minder rigide selectie op schoolniveau. Alle vo-scholen moeten brede brugklassen bieden en doorstroom moet eenvoudiger worden, met gelijke voorwaarden voor alle leerlingen.
3. Huiswerkbegeleiding moet toegankelijk zijn voor alle leerlingen, ook zonder ouderbijdrage.
4. Elke school moet armoedebeleid opnemen in het schoolplan. In Nederland leven rond de 300.000 kinderen in armoede. Dit voorstel borgt dat besturen en directies met ouders, leerkrachten en leerlingen (vo) het gesprek aangaan over hoe er op hun specifieke school wordt omgegaan met het thema armoede en de kinderen die er op die school mee te maken hebben. Het schoolplan vergt immers instemming van de medezeggenschapsraad.

De school zien als minisamenleving

Het motto van de Vereniging Openbaar Onderwijs is ‘samen leven, samen leren’. We zien de school als een minisamenleving waar kinderen van alle achtergronden samen kunnen komen en met en van elkaar kunnen leren. Kinderen van verschillende achtergronden en met verschillende overtuigingen die als ze groot zijn met elkaar werken, elkaars buren zijn en zo samen de gemeenschap vormen, horen ook op school met elkaar om te gaan.

Scholen gebaseerd op een specifieke religie of levensovertuiging zijn daarom een onwenselijk en achterhaald overblijfsel van een verzuiling die in de rest van de samenleving gelukkig niet meer zichtbaar is. Dit systeem van de ene op de andere dag ontmantelen is niet realistisch, maar we doen onszelf als samenleving er een plezier mee als we het niet erger maken dan het al is.

Daarom suggereren wij u te overwegen in uw verkiezingsprogramma op te nemen:
1. Aanpassing van artikel 23 van de Grondwet, waarbij de vrijheid van onderwijs plaatsmaakt voor het recht om kinderen van alle achtergronden samen in de buurt met elkaar naar school te gaan.
2. Dat het Nederlandse onderwijssysteem zich sinds 1917 niet heeft aangepast aan de veranderde samenleving en dat dat onwenselijk is en daarom als eerste stap de stichting van nieuwe (bekostigde) scholen die zich baseren op een religie of levensovertuiging onmogelijk moet worden gemaakt.
3. Dat op elke school aandacht moet zijn voor álle belangrijke religieuze overtuigingen en levensbeschouwingen.

Meer aandacht voor burgerschap op school

Op elke school hoort veel aandacht te zijn voor burgerschap en voor levensbeschouwing. Elke leerling hoort de basiswaarden van onze democratische rechtsstaat te kennen, te kunnen bediscussiëren en te kunnen toepassen in de praktijk. Dat betekent dat er in het onderwijscurriculum meer aandacht moet komen voor burgerschap, zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs. Dit kan bijvoorbeeld door maatschappijleer/-wetenschappen een verplicht vak te maken in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Maar ook naast het versterken van maatschappijvakken op school, behoort de school burgerschap ‘te ademen’. Door zorg te dragen voor een sterke medezeggenschapsraad, een leerlingenraad op elke school en door bij belangrijke besluiten personeel, ouders en leerlingen goed te betrekken.

Concreet betekent dit:
1. Elke school stelt verplicht een burgerschapsvisie op, waarin uiteengezet wordt hoe de school democratische waarden tot uiting laat komen. Deze visie wordt opgenomen in het schoolplan en daarmee ter instemming voorgelegd aan de MR.
2. Vanaf het eerste tot aan het laatste jaar in het voortgezet onderwijs krijgen alle leerlingen het vak burgerschap/maatschappijleer. Bovendien zou het vak een centraal eindexamenvak moeten worden.
3. Op elke middelbare school functioneert een leerlingenraad, conform de afspraken van de VO-raad en het LAKS.

Versterking van de medezeggenschap/de MR

Kinderen hebben een leerplicht (waar een leerrecht tegenover zou moeten staan), ouders horen ervoor te zorgen dat hun kinderen naar school gaan, iedereen kan scholen stichten, maar als een school eenmaal draait komen de direct belanghebbenden steeds verder van de school en haar beleid af te staan. In ons systeem komt de betrokkenheid van ouders en leerkrachten en op het vo: leerlingen, alleen nog tot uiting in de formele rol van de medezeggenschapsraad. Maar papier is geduldig en in de praktijk zien we vaak dat medezeggenschapsraden soms niet goed functioneren, niet weten wat hun rechten zijn, niet serieus worden genomen door besturen of directies of hun vacatures niet vervuld krijgen.

De WMS biedt in artikel 3, lid 3 sub 11 nadrukkelijk de mogelijkheid om de verkiezingen van de MR in een bepaalde periode te laten plaatsvinden: ‘Bij ministeriele regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven over de periode waarin de verkiezing van de leden van de medezeggenschapsraad plaatsvindt’.

Daarom suggereren wij u te overwegen in uw verkiezingsprogramma op te nemen:
1. Dat er een landelijke jaarlijkse verkiezingsweek voor medezeggenschap moet komen. Hierbij maakt de minister van Onderwijs gebruik van zijn wettelijke bevoegdheid om de verkiezingen van de MR jaarlijks voor alle scholen in dezelfde week te laten plaatsvinden. Hierdoor zal het voor de verschillende (belangen)organisaties en het ministerie zelf makkelijker worden veel aandacht voor (het belang van) de medezeggenschapsraad te creëren. Hiermee is dit een heel eenvoudig te realiseren maatregel die een belangrijke bijdrage aan betere betrokkenheid van ouders, leerkrachten en leerlingen bij het onderwijs zal opleveren.

Meer weten?

Wilt u meer weten over de visie en standpunten van de VOO? Onze visie is uiteengezet in zes onderwerpen. Kijk hiervoor op onze website (https://voo.nl/over-voo/belangenbehartiging) of neem contact op. Wij danken u voor het lezen van onze voorstellen voor uw verkiezingsprogramma.

Marco Frijlink
Voorzitter

Marco is de voorzitter van de VOO en is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de vereniging.

Meer over Marco

Inschrijven voor onze nieuwsbrieven

"*" geeft vereiste velden aan

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en updates*
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en ontvang wekelijks de nieuwste artikelen, tips en exclusieve inhoud over medezeggenschap, of kies voor de maandelijkse nieuwsbrief voor een update over het openbaar onderwijs.
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Het is weer zover. De lente is begonnen, maar zoals bijna elk jaar is er nog veel op aan te merken. Te koud, te nat, te instabiel. Het is net de Staat van het Onderwijs. Elk jaar in april presenteert de Inspectie van het Onderwijs onder die noemer haar bevindingen in een lijvig rapport. Ook dit jaar is het weer raak, met nog ronkender bewoordingen dan vorige editie...



Als reactie op de aanpassingen in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) per 1 augustus 2023, hebben Tweede Kamerleden Stoffer en Pijpelink een amendement voorgesteld dat deze week met algemene stemmen in de Tweede Kamer is aangenomen. Dit amendement op een onderdeel van de Reparatiewet OCW voor het jaar 2023-2024, versterkt de informatiepositie van de medezeggenschapsraad en brengt de tekst van de WMS op dit punt in lijn met de tekst in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).