“Eigenlijk zijn leerlingen de belangrijkste personen in de medezeggenschapsraad”. Sven Pieneman ontwikkelde samen met de VOO een MR-cursus voor leerlingen.
Elk jaar als het langer dan drie dagen achter elkaar 25 graden is, zijn er weer scholen die proberen te voorkomen dat leerlingen hun kleding daar al te voortvarend op aanpassen. En dat leidt dan weer tot allerlei verhitte discussies, zoals recent in Heerlen.
Het is een jaarlijks terugkerende discussie en elk jaar haalt een andere school er het nieuws mee: kledingvoorschriften op school. Bijvoorbeeld over korte broeken, rokjes of blote navels. Dit jaar is het dan in Heerlen, vorig jaar in Nieuwerkerk aan den IJssel en in 2021 onder meer in Amersfoort. Meestal gaat het om discussies op confessionele scholen, maar dit jaar blijkt dat ook op openbare scholen deze discussie speelt.
Er zijn verschillende redenen waarom besturen regels voor kleding op school willen, van de veiligheid bij gymlessen tot aan het willen uitdragen van een bepaalde schoolcultuur. Een schoolbestuur of de schoolleiding mag niet zomaar besluiten tot het invoeren van kledingvoorschriften.
Onder meer de Grondwet en de Wet Gelijke Behandeling bieden verschillende kaders voor het instellen van kledingregels, zoals het niet mogen discrimineren en het respecteren van eenieders geloof. Verder moeten procedurele regels worden gevolgd, omdat de medezeggenschapsraad (MR) moet instemmen met de voorgenomen kledingregels.
Welke regels en procedures er precies gelden en wat de rol van de MR hierbij is, is te vinden in een nieuw artikel in onze kennisbank. Uitgangspunten hiervoor zijn de verschillende wettelijke bepalingen en de Leidraad Kleding op scholen van de Rijksoverheid. Lees alle informatie over kledingvoorschriften hier!
Bram is beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met medezeggenschap en kansengelijkheid.
Meer over BramMR Start is dé standaard basiscursus voor beginnende MR-leden bestaande uit één bijeenkomst.
Bekijk cursus“Eigenlijk zijn leerlingen de belangrijkste personen in de medezeggenschapsraad”. Sven Pieneman ontwikkelde samen met de VOO een MR-cursus voor leerlingen.
Helaas is armoede nog steeds een groot -en groeiend- probleem in Nederland. Het CPB verwacht dat in 2024 zo’n 7% van de kinderen in ons land opgroeit in armoede. Dat zijn gemiddeld zo’n 2 kinderen per klas en houdt u er rekening mee dat er nog meer zijn die net niet aan de definitie voldoen, maar bij wie het ook geen vetpot is.