Nieuws

Besteding Nationaal Programma Onderwijs

Gepubliceerd op: maandag 14 juni 2021

Geld naar centrale inzet? En hoe dan?

Deze week kregen we een aantal vragen over de besteding van de NPO-middelen. Op social media gaan wilde verhalen rond over besturen die de middelen zouden willen ‘afromen’.

Wij vinden het niet raar als een bestuur zegt dat het verstandig is om ook bovenschool wat geld te bestemmen. Dat kan bijvoorbeeld als centrale inzet uiteindelijk efficiënter uitpakt. Maar er is ook wat voor te zeggen dat ook het centrale deel van de organisatie uitvoeringskosten maakt (evaluatie, monitoring, rapportage) en het is zelfs voorstelbaar dat er geld moet worden gereserveerd voor later te betalen transitievergoedingen voor inzet die met NPO-gelden mogelijk wordt.

Schoolvoorbeeld

Kortom, een serieus te nemen onderwerp waarvan het belangrijk is daar een open gesprek over te voeren. We kennen inmiddels een voorbeeld van een schoolbestuur dat dit graag wilde. Het bestuur maakte een duidelijk voorstel en heeft dit aan de medezeggenschapsraden van alle scholen voorgelegd, die er allemaal, ieder voor zich, mee hebben ingestemd. Een schoolvoorbeeld van hoe dit netjes kan worden aangepakt en hoe gedragen besluitvorming kan worden georganiseerd.

Dat konden we niet zeggen van het bestuur dat met de schooldirecteuren had afgesproken dat de NPO gelden als volgt zouden worden besteed: elke school zou er volgend jaar 1 fte bij krijgen. Het plan was om de GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad) hiermee te laten instemmen.

Dit zijn de stappen

Dat mag niet en wel om twee redenen niet. Ten eerste moeten NPO-gelden ‘van onderop’ worden besteed en moet er om te beginnen op schoolniveau een analyse worden gemaakt van opgelopen achterstanden, liefst tot op het niveau van de individuele leerling. Vervolgens moet een plan worden gemaakt waarbij de middelen uit de fameuze ‘menukaart’ moeten worden ingezet, uiteraard gekoppeld aan de analyse en het beschikbare budget. Dit plan moet (en dat is het tweede punt) worden voorgelegd aan de MR van elke school, die daarmee moet instemmen. Het is dus sowieso slim om de MR er al in een vroeg stadium bij te betrekken. Het is bij de NPO-gelden niet mogelijk de benodigde instemming bij de GMR te halen.

Marco Frijlink
Voorzitter

Marco is de voorzitter van de VOO en is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de vereniging.

Meer over Marco

Het is weer zover. De lente is begonnen, maar zoals bijna elk jaar is er nog veel op aan te merken. Te koud, te nat, te instabiel. Het is net de Staat van het Onderwijs. Elk jaar in april presenteert de Inspectie van het Onderwijs onder die noemer haar bevindingen in een lijvig rapport. Ook dit jaar is het weer raak, met nog ronkender bewoordingen dan vorige editie...



Als reactie op de aanpassingen in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) per 1 augustus 2023, hebben Tweede Kamerleden Stoffer en Pijpelink een amendement voorgesteld dat deze week met algemene stemmen in de Tweede Kamer is aangenomen. Dit amendement op een onderdeel van de Reparatiewet OCW voor het jaar 2023-2024, versterkt de informatiepositie van de medezeggenschapsraad en brengt de tekst van de WMS op dit punt in lijn met de tekst in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).