Gepubliceerd op: donderdag 16 juli 2020
Er zijn scholen van allerlei gezindten en binnenkort zelfs meer als de Wet Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen is geïmplementeerd, maar dat is niet genoeg. Als ouders vinden dat zij binnen redelijke afstand geen school van hun richting kunnen vinden, hebben zij volgens de wet recht op het geven van thuisonderwijs. Tot nu toe is dat een optie waar slechts met de nodige moeite gebruik van kan worden gemaakt.
De VOO vindt dat terecht. Kinderen zouden helemaal niet op grond van de religie of levensovertuiging van hun ouders in aparte scholen moeten worden geplaatst. Thuisonderwijs omdat je je niet kunt vinden in de richting van een school, zelfs niet van een openbare school, is niet goed omdat de ontwikkeling van een kind vraagt om sociale interactie en kennismaking met allerlei voorkomende levensovertuigingen.
Nu ligt er een wet voor die de mogelijkheden om van de optie tot thuisonderwijs gebruik te maken verder lijkt te verruimen. Samen met VOS/ABB, de besturenorganisatie in het openbaar onderwijs, stellen wij in het kader van de internetconsultatie daarom kritische vragen, die in bijgevoegd document te vinden zijn.
Wat de discussie lastig maakt is dat het ontegenzeglijk zo is dat sommige kinderen die in het kader van passend onderwijs eigenlijk een plek in het reguliere onderwijs zouden moeten krijgen, die niet krijgen. Ten einde raad wenden ouders van die kinderen zich tot het geven van thuisonderwijs en daar gedijen zij soms beter bij dan bij gedwongen naar school gaan. De VOO vindt dat deze ruim 5000(!) kinderen, de thuiszitters, onderwijs op een echte school verdienen en daar moeten we ons met z’n allen voor blijven inspannen.
Dat laat onverlet dat we kritisch moeten zijn over het verzorgen van thuisonderwijs bij richtingbezwaren en zeker over het uitbreiden van de mogelijkheden daartoe.