Nieuws

VOO voorziet programmacommissies van inspiratie voor verkiezingsprogramma

Gepubliceerd op: woensdag 23 augustus 2023

De vervroegde verkiezingen vinden plaats op 22 november 2023. De VOO heeft de programmacommissies van de verschillende politieke partijen voorzien van inspiratie voor de onderwijsparagraaf van hun verkiezingsprogramma. Daarbij focust de VOO op de thema’s goede medezeggenschap (inbreng van alle betrokkenen bij de school), kansengelijkheid en de school als minisamenleving (de idealen van het openbaar onderwijs). Lees deze input hieronder.

Al sinds 1866 zet de Vereniging Openbaar Onderwijs zich in voor het onderwijs in Nederland. Op verschillende cruciale momenten heeft de VOO een grote rol gespeeld in de totstandkoming van landelijke wetgeving. Zo kwam de Leerplichtwet in 1901 tot stand dankzij minister Goeman Borgesius, tot 1887 voorzitter van de vereniging.

Ook stond de VOO mede aan de wieg van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). Tot op de dag van vandaag dragen we regelmatig bij aan de verbetering van het onderwijs en de medezeggenschap door onze dienstverlening en initiatieven op het gebied van bijvoorbeeld gratis leermiddelen of de sociale veiligheid op scholen (anti-pestbeleid), die we samen met andere ouderorganisaties hebben geagendeerd.

Sterke medezeggenschap voor ouders, personeelsleden en leerlingen

Met input van de medezeggenschapsraad (MR) op school worden schoolleiders geholpen om beter beleid te formuleren, dat ook op draagvlak van alle belanghebbenden kan rekenen. Daarom is medezeggenschap gelukkig op elke school verplicht en gaan MR en schoolleiding regelmatig met elkaar in overleg.

Medezeggenschap is nooit ‘af’. Doordat er steeds nieuwe MR-leden en schoolleiders zijn, is het een belangrijke opgave voor de VOO (en de AOb en het CNV) en voor het onderwijs in algemene zin om ervoor te zorgen dat beide partijen voldoende kennis en vaardigheden hebben op gebied van medezeggenschap. De VOO draagt daar in de praktijk aan bij door het verzorgen van cursussen, het bieden van begeleiding en een helpdesk.

Dagelijks horen wij van schoolleiders, ouders, personeelsleden en leerlingen wat er beter kan en moet op gebied van medezeggenschap. Daarom doen wij u de volgende voorstellen om in uw verkiezingsprogramma op te nemen.

1A Scholing over medezeggenschap opnemen in opleidingen voor schoolleiders.

Op dit moment maakt informatie over medezeggenschap geen onderdeel uit van opleidingen voor schoolleiders, terwijl schoolleiders wel verantwoordelijk zijn voor het bestaan van goede medezeggenschap op school. Dit zorgt in de praktijk voor veel problemen.

1B Een landelijke verkiezingsweek voor medezeggenschap.

Een landelijke verkiezingsweek waarin alle scholen op hetzelfde moment verkiezingen organiseren, vergroot de bekendheid van de medezeggenschap en geeft organisaties als de onze de mogelijkheid een grootschalige informatie-/voorlichtingscampagne te organiseren.

1C Instemmingsrecht voor de MR op de jaarlijkse begroting.

In de begroting vindt de vertaling van het strategisch beleid plaats in concrete activiteiten en financiële middelen en daarom is het belangrijk dat de MR op dit punt de vinger aan de pols kan houden. Dit sluit aan bij de praktijk in het hoger onderwijs, waar de medezeggenschap al langer een instemmingsrecht heeft op de begroting. De Minister van Onderwijs in het derde kabinet Rutte heeft hier al een basis voor gelegd.

Kansengelijkheid

Terecht is de afgelopen jaren de aandacht voor kansengelijkheid (in het onderwijs) toegenomen en zijn er allerlei – tijdelijke – maatregelen genomen om deze te bevorderen, of in ieder geval de ongelijkheid niet verder te laten groeien, zoals de NPO-gelden en wetgeving over de vrijwillige ouderbijdrage waardoor alle kinderen altijd mee mogen doen, ook als ouders de ouderbijdrage niet betaald hebben.

Deze eerste – kleine – stapjes kunnen de komende jaren worden omgezet in grote daden om ervoor te zorgen dat het onderwijs écht werk kan maken van gelijke kansen. Daarom doen wij u de volgende voorstellen om in uw verkiezingsprogramma op te nemen.

2A Schaf de vrijwillige ouderbijdrage volledig af.

En verhoog de bijdrage van de Rijksoverheid aan scholen via de lumpsum, zodat elke school per leerling eenzelfde bedrag ontvangt voor het organiseren van activiteiten buiten het verplichte programma. In het po gaat het bij een bedrag van zo’n € 50 per leerling per jaar om een totaal jaarlijks bedrag van 50 miljoen euro. Afschaffing wordt gesteund door alle betrokken partijen in het onderwijs. In het vo is het verstandig eerst een onderzoek te doen naar wat er allemaal wordt bekostigd met de ouderbijdrage om vervolgens na discussie een redelijk bedrag vast te stellen.

2B Brede brugklassen op alle vo-scholen.

Onderzoek toont aan dat later selecteren kinderen helpt. Brede en verlengde brugklassen in het voortgezet onderwijs zorgen ervoor dat kinderen pas later dan in groep 8 een keuze hoeven te maken tussen de verschillende niveaus. Kinderen uit minder kansrijke milieus krijgen zo de kans om zich ook naar vermogen te ontwikkelen.

2C Faciliteren van doorstroommogelijkheden.

Als een vo-school zoveel mogelijk niveaus aanbiedt wordt doorstromen makkelijker en komen leerlingen van verschillende niveaus makkelijker in contact met elkaar .

Naast brede brugklassen waarin leerlingen van verschillende niveaus samen les krijgen, is het daarom ook belangrijk om categorale scholen zoveel mogelijk tegen te gaan.

2D Elke school moet armoedebeleid opnemen in het schoolplan.

230.000 kinderen groeien in Nederland op in armoede. Opgroeien in armoede zet grote druk op de leerresultaten. Daarom is het belangrijk dat bij de school betrokkenen (ouders, leerkrachten, directies, leerlingen) regelmatig nadenken over de mate waarin armoede op hun school voorkomt en hoe ze daarmee om willen gaan. Opname in het schoolplan waarborgt de rol van alle betrokkenen, omdat de MR hierop instemmingsrecht heeft.

De school als minisamenleving

Het credo van de Vereniging Openbaar Onderwijs is ‘Samen leven, samen leren’. Voor de VOO is de school een minisamenleving waar kinderen zichzelf ontdekken en leren over hoe ze onderdeel kunnen uitmaken van de grote wereld buiten de school. Een school staat in het midden van een buurt en zou het middelpunt moeten zijn waar de kinderen van die buurt samenkomen. Kinderen van verschillende achtergronden en met verschillende overtuigingen die als ze groot zijn met elkaar werken, elkaars buren zijn en zo samen de gemeenschap vormen, horen ook op school met elkaar om te (leren) gaan.

In het onderwijsprogramma van alle scholen moet er aandacht zijn voor alle religies en levensovertuigingen en moeten deze op gelijkwaardige wijze worden behandeld. Dat geeft leerlingen de kans om te leren over de wereld buiten de school én de vrijheid om zelf keuzes te maken over wat ze wel en niet als onderdeel beschouwen van hun eigen ‘ik’.

Scholen gebaseerd op een specifieke religie of levensovertuiging zijn daarom een onwenselijk en achterhaald overblijfsel van een verzuiling die in de rest van de samenleving gelukkig steeds minder zichtbaar is. Dit systeem van de ene op de andere dag ontmantelen is niet realistisch, maar we doen onszelf als samenleving er een plezier mee als we het niet erger maken dan het al is. Daarom doen wij u de volgende voorstellen om in uw verkiezingsprogramma op te nemen.

3A In elke nieuwe wijk moet als eerste een openbare school komen.

Op een openbare school zijn kinderen van alle ouders welkom en wordt aandacht besteed aan alle religies en levensovertuigingen. Het is een grondwettelijke taak om ervoor te zorgen dat kinderen altijd openbaar onderwijs (in de buurt) kunnen volgen dus het is logisch te starten met een openbare school.

3B Geen nieuwe scholen op basis van religie of levensovertuiging meer.

Om een samenleving mogelijk te maken waarin kinderen samen met elkaar leven en leren, is een eerste stap om het niet mogelijk meer te maken om scholen te stichten op basis van religie of levensovertuiging.

3C Pas artikel 23 van de Grondwet aan.

In artikel 23 wordt de vrijheid van onderwijs geregeld, die de vrijheid van leerlingen om op school in contact te komen met kinderen van andersdenkende ouders, beperkt. Maak in de Grondwet plaats voor de vrijheid en het recht van het kind om op school in contact te komen met kinderen van alle achtergronden die in de buurt wonen.

3D Geef kinderen leerrecht, in plaats van leerplicht.

Artikel 5a van de Leerplichtwet moet worden geschrapt. Dit is de enige manier om ervoor te zorgen dat scholen hun onderwijs zullen gaan aanpassen aan de mogelijkheden van de kinderen, in plaats van de huidige situatie waarin kinderen zich moeten aanpassen aan de mogelijkheden van de school, waardoor we inmiddels ruim 15.000 kinderen hebben die zonder onderwijs thuis zitten.

3E Elke school een eigen burgerschapsvisie.

Door een verplichte burgerschapsvisie, die onderdeel wordt van het schoolplan denkt elke school na over hoe aan burgerschap kan worden gewerkt. Ouders, personeelsleden en leerlingen praten hierover mee dankzij het instemmingsrecht van de MR op het schoolplan.

3F Maatschappijleer/burgerschap in elk leerjaar in het voortgezet onderwijs.

Momenteel is maatschappijleer een zeer klein vak (alleen in bovenbouw, enkele uren per week). Als écht steeds meer belang wordt gehecht aan burgerschapsvorming voor kinderen, is een belangrijke uitwerking hiervan dat er meer uren voor beschikbaar komen in het onderwijsprogramma. Bovendien zou het vak maatschappijleer/burgerschap onderdeel moeten uitmaken van het centraal eindexamen (CE).

Tags:
Marco Frijlink
Voorzitter

Marco is de voorzitter van de VOO en is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de vereniging.

Meer over Marco
Bram Buskoop
Beleidsadviseur

Bram is beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met medezeggenschap en kansengelijkheid.

Meer over Bram

MR Start

Compacte basiscursus voor beginnende MR-leden, bestaande uit één bijeenkomst.

Bekijk cursus

Het is weer zover. De lente is begonnen, maar zoals bijna elk jaar is er nog veel op aan te merken. Te koud, te nat, te instabiel. Het is net de Staat van het Onderwijs. Elk jaar in april presenteert de Inspectie van het Onderwijs onder die noemer haar bevindingen in een lijvig rapport. Ook dit jaar is het weer raak, met nog ronkender bewoordingen dan vorige editie...



Als reactie op de aanpassingen in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) per 1 augustus 2023, hebben Tweede Kamerleden Stoffer en Pijpelink een amendement voorgesteld dat deze week met algemene stemmen in de Tweede Kamer is aangenomen. Dit amendement op een onderdeel van de Reparatiewet OCW voor het jaar 2023-2024, versterkt de informatiepositie van de medezeggenschapsraad en brengt de tekst van de WMS op dit punt in lijn met de tekst in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).