Nieuws

Tegen de principes: de humanistische school

Gepubliceerd op: dinsdag 14 maart 2017

Met de start van de Amsterdamse Mavo is dit schooljaar de eerste school op humanistische grondslag van de grond gekomen. Veel aandacht is er voor gelijkwaardigheid, zelfontplooiing, actieve tolerantie en verantwoordelijkheid. Maar voor humanisten was een eigen school lang ondenkbaar.

Jarenlang verzetten humanisten zich principieel tegen het verzuilde idee van een eigen school: de openbare school was er voor iedereen. Om aan dat verzuilde onderwijs nog een aparte school toe te voegen, voelde als het verloochenen van de eigen idealen. Het Humanistisch Verbond stelde in de officiële publicatie Humanisme en Opvoeding (Worddocument) in 1950 dat ‘het universele karakter van humanisten hen aanleiding moet geven op te komen voor dat openbaar onderwijs en te beletten van de openbare school een school op humanistische grondslag te willen maken.’ De conclusie die tot nu toe stand hield, was: ‘De openbare school is niet onze school, maar de school voor allen.’

Wel even getwijfeld

Maar volgens Boris van der Ham, voorzitter van het Humanistisch Verbond, kon de wens om het goede te doen in het onderwijs niet worden tegengehouden door het oude humanistische standpunt. ‘Het Humanistisch Verbond is geen initiatiefnemer van deze school en het humanisme is nu eenmaal door de minister erkend als stroming om een bijzondere school op te richten. Toen de initiatiefnemers van deze school contact met ons opnamen, waren wij dus wel nieuwsgierig.’ Van der Ham erkent dat het verenigen van het oude standpunt met het initiatief enige moeite kostte. ‘Kijk, het Humanistisch Verbond kiest voor het openbaar onderwijs omdat kinderen elkaar daar kunnen ontmoeten en los van de opvoeding van hun ouders zelf inzichten kunnen opdoen en keuzes kunnen maken. Je moet dus op school informatie geven die ze van huis uit niet meekrijgen en er bovendien voor zorgen dat kinderen van verschillende achtergronden elkaar kunnen ontmoeten. Maar elk onderwijs dat daaraan meehelpt, verdient onze sympathie.’

Nóg meer bijzonder onderwijs

De Amsterdamse Mavo mag dan in bestuurlijk opzicht een bijzondere school zijn, in de praktijk werkt de school met idealen die je op elke openbare school graag terugziet: leerlingen worden gestimuleerd om nieuwsgierig te zijn naar hoe anderen de wereld zien, leren om actief mee te doen in de maatschappij en er worden geen leerlingen uitgesloten. Initiatiefnemers Martine van Hoogen en Lars Hoogmoed noemen het daarom een ‘burgerschapsschool’. Dat zie je terug in het vak Maatschappij en Participatie dat twee keer per week wordt gegeven en in de vierjarige leerlijnen voor mensenrechten en democratie. Volgens besturenorganisatie Verus (voor christelijk en katholiek onderwijs) laat de humanistische school zien ‘dat de huidige (verzuilde, red.) planningssystematiek in staat is om zich aan te passen aan nieuwe wensen en ontwikkelingen’. Maar Van der Ham ziet de humanistische school niet als een morele opsteker voor de voorstanders van bijzonder onderwijs. ‘Als de school niet open zou staan voor alle kinderen, zou dat waar zijn. Maar hier is het humanisme eerder een pedagogische vorm dan een strikte levensbeschouwing.’

Dit moet er gebeuren

In zijn tijd als Tweede Kamerlid was Boris van der Ham uitermate kritisch op bijzondere scholen, zeker wanneer die vanwege hun religieuze grondslag leerlingen of leraren weigerden. Het lukte hem om een einde te maken aan de enkele feitconstructie, waarmee homoseksuele leerlingen en docenten door deze scholen konden worden geweerd. Toch moet er van het bijzonder onderwijs volgens Van der Ham geen karikatuur worden gemaakt.

‘Dat is vaak pluriformer dan wordt beweerd. Weliswaar is er nooit een grondwetswijziging gekomen, maar door allerlei onderliggende wetgeving aan te passen, zijn de verschillen tussen openbaar en bijzonder wel kleiner geworden. Bijzondere scholen zijn in naam nog katholiek of protestant, maar hebben vaak een openbaar karakter. Dus kleine stappen zetten werkt ook. Dat neemt niet weg dat ik de discussie over artikel 23 nog heel actueel vind. Want er zijn nog steeds bijzondere scholen waar direct of indirect selectie plaatsvindt en erger nog, we kennen voorbeelden van reformatorisch of islamitisch onderwijs waar vormen van uitsluiting voorkomen en waar interpretaties worden gegeven die onze kinderen beslist niet opleiden tot zelfstandige en breed geïnformeerde burgers. Daar moeten we geen genoegen mee nemen.’

Weg met de verlegenheid

Openbare scholen moeten kleur bekennen, vindt Van der Ham. ‘Ik zie soms verlegenheid bij openbare scholen om in te vullen wat een publieke en pluriforme school zou moeten zijn. In mijn basisschooltijd was voor velen het openbaar onderwijs juist de mooiste keuze: daar was aandacht voor kunst en cultuur en waren leraren meer op de wereld gericht. Mijn ouders kozen daarvoor vanuit een ideologische gedachte. We moeten ons dus afvragen hoe we het openbaar onderwijs weer aantrekkelijker kunnen maken. En dan moeten we af van die bleke neutraliteit, want dat is niks en het bestaat ook niet. Wij willen als Humanistisch Verbond midden in de discussie staan over hoe we het openbare gedachtegoed inhoud geven. Voor mij betekent dat niet dat je je meningsloos opstelt en vindt dat alle bloemen evenveel waard zijn. Nee, we mogen harde voorwaarden stellen aan meningen: een gewelddadige mening vinden wij per definitie niet goed.’

Streef naar openbaar

Een praktische blik in de toekomst durft Van der Ham nog wel te werpen. ‘Het zou mooi zijn als bijzondere scholen die feitelijk een openbaar karakter hebben, de komende jaren van kleur mogen verschieten en openbaar worden. Dat zou ons streven moeten zijn, omdat het een voor de hand liggende ontwikkeling is. En kijk naar de Amsterdamse Mavo, die zich openstelt voor iedereen en met aandacht voor mensenrechten en democratische grondbeginselen sterk waardengedreven is. Laten we proberen om vanuit onze verschillende invalshoeken en historische posities te streven naar dit soort onderwijs.’

Boris van der Ham (43) is voorzitter van het Humanistisch Verbond. Daarvoor was hij Tweede Kamerlid en woordvoerder onderwijs voor D66.

Foto: Humanistisch Verbond

Het openbaar onderwijs heeft een actief-pluriforme opdracht. Dit betekent dat het onderwijs bijdraagt aan ‘de ontwikkeling van de leerling met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving’. Daarom kunnen kinderen godsdienstig of humanistisch vormingsonderwijs krijgen. Niet alle openbare scholen weten wat ze 'moeten', maar vooral ook niet wat er tegenwoordig mogelijk is bij het invulling geven aan deze wettelijke verplichting. Modern vormingsonderwijs is een kans om leerlingen op openbare scholen wat extra's te bieden op de thema's socialisatie en persoonsvorming.  



popup-close

Blijf op de hoogte van de laatste updates met onze nieuwsbrief!

Ontvang wekelijks nieuwe artikelen, tips en exclusieve inhoud over medezeggenschap, of maandelijkse updates over openbaar onderwijs.

"*" geeft vereiste velden aan

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en updates*
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.