Nieuws

‘Gelijke kans op doorstroom moet echt mogelijk zijn’

Gepubliceerd op: maandag 17 februari 2020

De Tweede Kamer bespreekt deze week het wetsvoorstel ‘Wet gelijke kans op doorstroom naar havo en vwo’. Hiermee wil minister Slob regelen dat elke leerling een eerlijke en gelijke kans op doorstroom krijgt (van vmbo-gl/tl-4 naar havo 4 of van havo-5 naar vwo-5).

De VOO is groot voorstander van gelijke kansen op doorstroom en steunt dit wetsvoorstel. Op dit moment hanteren scholen nog verschillende voorwaarden, zoals cijfereisen, een positief advies, een extra vak of motivatie-eisen. Het wetsvoorstel regelt dat scholen geen aanvullende voorwaarden mogen stellen. De voorwaarden die voor alle leerlingen gelden, worden vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur (amvb).  

Scholen mogen er ook nog steeds voor kiezen om geen voorwaarden te stellen. Maar zij mogen geen leerlingen weigeren die aan de wettelijke voorwaarden voldoen.   

Gelijke voorwaarden bieden nog geen gelijke kansen 

Als voorwaarde voor alle leerlingen stelt de minister voor dat zij in tenminste één extra vak examen hebben gedaan. Alleen dan zouden ze door mogen stromen van vmbo naar havo of van havo naar vwo. Dit vak mag geen beroepsgericht of schooleigen vak zijn. Het hoeft niet hetzelfde vak te zijn dat de leerling uiteindelijk op havo of vwo niveau gaat volgen.   

De VOO vindt dat deze voorwaarde nog steeds een te hoge drempel opwerpt, zo stelden wij in de internetconsultatie over de amvb. Het betekent dat leerlingen en hun ouders zich al vóór hun examenjaar moeten oriënteren, een keuze moeten maken en een extra inspanning moeten leveren. Volgens Slob kunnen leerlingen zo alvast wennen aan de hogere studiebelasting.  

Volgens de VOO vergroot dit onnodig het risico dat leerlingen niet eens slagen en dus niet door kunnen stromen. Juist leerlingen die vroeg in hun schoolcarrière nog geen keuze kunnen maken, verkeerd worden ingeschat of nog geen hogere studiebelasting aankunnen, moeten later door kunnen stromen. Zogenaamde laatbloeiers, vaak kinderen uit minder gunstige sociaal-economische milieus, missen zo alsnog de boot. 

Doorstroom vraagt om ondersteuning en eerlijk toezicht 

Een beter alternatief is onvoorwaardelijke doorstroom mét voldoende ondersteuning bij de overgang. Dit betekent ook dat leerlingen en ouders vanaf de start van het voortgezet onderwijs goed worden voorgelicht over de mogelijkheden.  

Ook mogen scholen geen negatieve consequenties ervaren wanneer zij leerlingen kansen bieden door middel van doorstroom. De inspectie moet hier in het toezicht rekening mee houden.  

Het openbaar onderwijs heeft een actief-pluriforme opdracht. Dit betekent dat het onderwijs bijdraagt aan ‘de ontwikkeling van de leerling met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving’. Daarom kunnen kinderen godsdienstig of humanistisch vormingsonderwijs krijgen. Niet alle openbare scholen weten wat ze 'moeten', maar vooral ook niet wat er tegenwoordig mogelijk is bij het invulling geven aan deze wettelijke verplichting. Modern vormingsonderwijs is een kans om leerlingen op openbare scholen wat extra's te bieden op de thema's socialisatie en persoonsvorming.  



popup-close

Blijf op de hoogte van de laatste updates met onze nieuwsbrief!

Ontvang wekelijks nieuwe artikelen, tips en exclusieve inhoud over medezeggenschap, of maandelijkse updates over openbaar onderwijs.

"*" geeft vereiste velden aan

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en updates*
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.