Gepubliceerd op: zondag 23 februari 2020
Carnaval of verkleedfeest, daar ging het de afgelopen week om, naar aanleiding van een oudervereniging van een school in het oosten van het land, die had besloten om het feest geen carnaval meer te noemen. ‘Omdat de school geen bepaald geloof wil aanhangen’, aldus de oudervereniging.
Het leidde tot een storm van protest. Dagblad Tubantia hield
een poll. 97% Van de respondenten vond het allemaal maar onzin: carnaval moet
gewoon carnaval blijven heten.
De vraag is kennelijk: wat moet een openbare school met (van
oudsher) religieuze feesten? Wat mij betreft is het antwoord helder: die moet
je vieren! Openbare scholen zijn niet tegen religie, of anti-religieus, op
openbare scholen is juist iedereen welkom ongeacht haar of zijn
levensovertuiging of religie. En welkom zijn betekent meer dan dat je wordt gedoogd.
Echt welkom zijn betekent dat er ook oprechte interesse is. In wie je bent en
wat je meebrengt, aan cultuur, aan tradities, aan overtuigingen en dus ook aan
feesten.
Er is voor openbare scholen dus alle reden om feesten die
horen bij de achtergrond of cultuur van hun kinderen te vieren. Zeker als die
zo diep zijn ingesleten dat ze ook worden gevierd door mensen die niet tot het
geloof horen waar het feest uit voortkomt. Maar ook als ze worden meegebracht
door (relatieve) nieuwkomers. Het Suikerfeest is daar natuurlijk een goed
voorbeeld van. Belangrijk voor de islamitische kinderen die meedoen aan de ramadan
en een prachtige manier voor alle andere kinderen om zich oprecht te verdiepen
in de cultuur van hun klasgenoten.
Dus een openbare school met moslimkinderen in de klas is goed bezig als ze het Suikerfeest vieren. Maar hoe vreemd zou het niet zijn als ze dat zouden doen onder een andere naam? “Jongens, we vieren het Suikerfeest, maar we noemen het snoepjesdag.” Je voelt meteen aan dat daar een schoen wringt. En dat doet het ook als een school wel carnaval wil vieren, maar het geen carnaval wil noemen.
Foto (c) Tudre: https://flickr.com/photos/96938878@N06/