Het is lang geleden dat de lente zo miezerig is begonnen als dit jaar. In allerlei opzichten.
Om een punt te maken vraagt politiek soms om stevige taal. Ik begrijp dat een politicus dan soms zijn goede manieren vergeet en een onverkwikkelijke sneer uitdeelt. Ruttes historische uitval met ‘doe zelf normaal’ schopte het zelfs tot campagneslogan van de VVD. Het is een beetje niveau kleuterschool, maar dat wil ik de heren nog wel vergeven.
In de aanloop naar deze verkiezingen vlogen drie politieke voormannen zodanig uit de bocht dat het wat lastiger wordt. Het ging nu het niet meer om hun taalgebruik, maar om wat ze er eigenlijk mee bedoelden. Woorden waarover was nagedacht, waarbij ze nog de kans hadden gehad om er op terug te komen. Dat deden ze niet, het was calculerende taal waaruit in de verste verte geen verdraagzaamheid voor anderen meer bleek. De ontevreden kiezer zal het wel willen horen. Terwijl wij in het onderwijs (terecht) vooral vreedzame en ruimdenkende burgers proberen af te leveren, beschuldigden deze volksvertegenwoordigers vluchtelingen ervan ‘hier de boel te verstieren’ (Rutte), moesten Turkse Nederlanders maar ‘oppleuren’ (naar hun eigen land, weer Rutte), noemden ze de islam ‘geen verrijking voor Nederland’ (Buma) en wilden ze moskeeën verbieden nog langer gebedsoproepen via hun minaretten te doen, omdat het ‘islamisering van de publieke ruimte in de hand werkt’ (Van der Staaij). Volgens Kees is namelijk ‘klokgelui in Nederland al eeuwen het gangbare gebruik om op te roepen tot bijeenkomsten’.
Als het allemaal niet zo tergend onfatsoenlijk zou zijn, kon je om die laatste zin nog wel gniffelen. Maar ik las verder in het islammanifest en hoorde Kees doodleuk zeggen dat ‘er genoeg islam is in het Midden-Oosten, we hoeven dat in het Westen niet nog eens dunnetjes over te doen.’ Wie de boodschap van het ‘minder, minder’ nog niet had begrepen, kan gerust bij de mannenbroeders van het CDA en de SGP terecht.
Om met opvallende oplossingen te kunnen komen, werden onze problemen eerst zo groot mogelijk voorgesteld. Dus is de integratie van minderheden mislukt, hebben de vertrekkende regeringspartijen er een potje van gemaakt en moet de Europese Unie maar eens worden aangelijnd. Tijd voor een radicaal andere aanpak. Maar ik geloof er niet in. In verkiezingstijd leer je je vrienden kennen. Wij zullen de idealen van het openbaar onderwijs uitdragen en onze kinderen leren dat ze de vrijheden die zij zelf zo koesteren ook anderen gunnen. De identiteit van de openbare school wordt bepaald door de kinderen en leraren die samen de school vormen en de waarden die zij met elkaar delen. Hoe verschillend ze er ook mogen uitzien en wat ze ook geloven. Het succes van onze samenleving is geen kwestie van kiezen, maar van delen.
Downloads
Het is lang geleden dat de lente zo miezerig is begonnen als dit jaar. In allerlei opzichten.
In de Week van Openbare Scholen staan gelijkwaardig, vrijheid en ontmoeting en de slogan 'Openbare scholen – waar verhalen samenkomen' centraal. Deze kernwaarden en slogan zijn de basis van het actief pluriforme karakter van de openbare scholen.