De ouderraad (OR) heeft niet het wettelijke recht om met de directie mee te praten over beleidszaken aangaande de school. Dat blijkt uit een uitspraak van een landelijke klachtencommissie onderwijs. Een OR had ...
Tweede Kamerlid Paul van Meenen (D66) heeft een initiatiefwetsvoorstel gemaakt met als doel het leerrecht van kinderen te versterken. Het voorstel regelt dat de jeugdarts een belangrijke rol krijgt bij het vaststellen van de ontplooiingsmogelijkheden van de betreffende jongere.
De VOO steunt dit voorstel en doet nog enkele concrete aanbevelingen. Hieronder leest u onze volledige reactie:
In 1901 werd de leerplicht ingevoerd op initiatief van minister Goeman Borgesius – oud-voorzitter van onze vereniging. Het was voor de Vereniging Openbaar Onderwijs (toen nog: Vereeniging ter bevordering van het Volksonderwijs in Nederland) een grote overwinning dat kinderen in het hele land niet meer vanaf jonge leeftijd dagelijks moesten werken, maar samen naar school konden gaan om te leren. Tegenwoordig is het gelukkig bijna vanzelfsprekend dat kinderen naar school gaan om te leren. En het is goed leren niet alleen als plicht te benaderen, maar ook júist als recht dat alle kinderen hebben.
Dat betekent niet dat het onderwijs er voor iedereen precies hetzelfde uit moet zien. Juist om ieder kind de kans te geven zich te ontwikkelen, moet het onderwijs voor sommige kinderen iets anders of meer doen. Kinderen moeten gelijke kansen krijgen, maar ook geholpen worden om die kansen te benutten. Het onderwijs kan niet elke maatschappelijke ongelijkheid oplossen. Wel moet er een einde komen aan systemen, regels en gebruiken waarvan bekend is dat ze de bestaande ongelijkheid in stand houden of vergroten. Het huidige systeem biedt niet voor alle kinderen een passend aanbod, met als gevolg dat duizenden kinderen thuis zitten en geen onderwijs genieten.
De VOO is van mening dat vrijstelling van de leerplicht op basis van lichamelijke of psychische gronden tot een minimum beperkt moet worden, in het belang van het kind. Het onderwijs (in casu de scholen en instellingen) moet ervoor zorgen dat er voor ieder kind een passend aanbod kan worden gerealiseerd.
Daarbij tekenen we wel aan dat leerrecht als zodanig potentieel een veel breder recht is dan de manier waarop het in onderhavig wetsvoorstel wordt ingevuld. Het voorliggende voorstel komt feitelijk neer op een aanscherping van de leerplicht (minder uitzonderingen), die in Nederland vooral een ga-naar-schoolplicht betekent. Een werkelijk leerrecht dat uitgaat van de mogelijkheden van jongeren en daarop aansluit houdt wat de VOO betreft meer in dan slechts een verscherpte ga-naar-schoolplicht. Zo laat het realiseren van onderwijs op afstand tijdens de huidige corona periode zien dat dit voor een groep leerlingen een passender onderwijsaanbod is dan allen een onderwijs aanbod op scholen zelf. Mede om deze reden pleiten wij voor het afschaffen van artikel 5 lid a van de leerplichtwet. In voorkomende gevallen kan dan (nog slechts) gebruik worden gemaakt van artikel 11 lid d, waarbij nog wel onderwijs kan worden verzorgd vanuit de school
Dit wetsvoorstel draagt potentieel bij aan het oplossen van de volstrekt ongewenste situatie van duizenden thuiszittende jongeren die geen onderwijs volgen en daarom krijgt het de steun van de VOO.
De wijziging alleen zal echter niet voldoende zijn. Daarom hebben wij de volgende aandachtspunten geformuleerd:
Almere, 12 januari 2021
Elles Verschoor is beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met medezeggenschap en ouderparticipatie.
Meer over EllesDe ouderraad (OR) heeft niet het wettelijke recht om met de directie mee te praten over beleidszaken aangaande de school. Dat blijkt uit een uitspraak van een landelijke klachtencommissie onderwijs. Een OR had ...
De Vereniging Openbaar Onderwijs is verheugd over de kern van het Nationaal Onderwijsplan dat de ministers Engelshoven en Slob op 17 februari presenteerden. Voorzitter Marco Frijlink: "Dit plan maakt duidelijk ...