Armoede

Voor het laatst bewerkt op: zondag 16 juli 2023

Armoede is helaas een hardnekkig probleem, ook in het onderwijs. Kinderen van armere ouders hebben vaak slechtere schoolprestaties, worden uitgesloten van deelname aan activiteiten en worden soms gepest vanwege het lage huishoudinkomen. Lees hier meer over wat scholen daaraan kunnen doen.


Wat is armoede?

Vaak denken mensen bij armoede niet aan Nederlandse gezinnen of kinderen. Toch is in Nederland ook sprake van structurele armoede, wat betekent dat deze mensen niet normaal mee kunnen doen in de Nederlandse samenleving vanwege financiële problemen. Zowel voor volwassenen als kinderen heeft dit grote gevolgen. In Nederland leven, blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau, zo’n 230.000 kinderen in armoede, dat is zo’n 7,1% van alle kinderen in Nederland.

Er zijn veel negatieve gevolgen van het in armoede leven als kind. Op school zijn er negatieve effecten op de cognitieve ontwikkeling en leerprestaties van kinderen. Dit betekent dat kinderen die in armoede opgroeien vaak niet hun potentie kunnen ontwikkelen, waar kinderen van rijkere ouders dat wel kunnen. Bijvoorbeeld omdat kinderen van ouders met weinig geld geen bijles kunnen krijgen, minder goede schoolmaterialen moeten aanschaffen of na school moeten werken. Kinderen die opgroeien in armoede hebben een hogere kans om later zelf in armoede te leven. Door gelijke kansen voor kinderen te creëren, worden de negatieve gevolgen beperkt. Dat is een verantwoordelijkheid voor de overheid, de school en de samenleving als geheel.


Initiatieven vanuit school

Steeds vaker zien we gelukkig initiatieven vanuit school om te doen wat ze kunnen. Het oplossen van de grote kansenongelijkheid ligt bij de overheid, maar scholen zijn een uitstekende bron om de problemen te signaleren en waar mogelijk te tackelen. Een school kan in ieder geval:

  • kinderen altijd meenemen bij alle schoolactiviteiten (sinds 1 augustus 2021 verplicht);
  • het liefst geen vrijwillige ouderbijdrage meer heffen en activiteiten vanuit de overheidsbekostiging betalen;
  • in gesprek gaan wanneer vermoedens zijn dat een kind beperkt wordt in zijn leren door te weinig financiële middelen thuis;
  • een melding maken bij de gemeente/ouders doorverwijzen naar de gemeente voor hulp bij armoede (veel gemeenten hebben armoederegelingen die kunnen helpen);
  • armoedebeleid in het schoolplan opnemen;
  • het organiseren van schoolontbijt en/of -lunch.

Armoede en de MR

Uit onderzoek van de VOO blijkt dat slechts 7,5% van de scholen armoedebeleid heeft geformuleerd. De VOO denkt dat scholen hier veel meer over kunnen nadenken. De medezeggenschapsraad (MR) op school kan een belangrijke rol spelen in het helpen formuleren van dit beleid. Bijvoorbeeld door het gebrek hierover aan te gaan met de schoolleider of door het schrijven van een initiatiefvoorstel.


VOO en armoede

Heeft u vragen over wat u op school kunt doen om armoede tegen te gaan? Neem dan als VOO-lid contact op met de VOO Helpdesk en we helpen u graag verder.


Janny Arends
Senior beleidsadviseur

Janny is senior beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met medezeggenschap.

Meer over Janny

MR Academie

De MR Academie is dé e-learning omgeving voor alle MR-leden in het onderwijs. Volg een gratis demonstratie!

Bekijk cursus

Inschrijven voor onze nieuwsbrieven

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Raadpleeg de VOO Helpdesk

Voor alle vragen over onderwijs en medezeggenschap kunnen leden van de VOO terecht bij de helpdesk.

Helpdesk

Helaas is armoede nog steeds een groot -en groeiend- probleem in Nederland. Het CPB verwacht dat in 2024 zo’n 7% van de kinderen in ons land opgroeit in armoede. Dat zijn gemiddeld zo’n 2 kinderen per klas en houdt u er rekening mee dat er nog meer zijn die net niet aan de definitie voldoen, maar bij wie het ook geen vetpot is.