“Eigenlijk zijn leerlingen de belangrijkste personen in de medezeggenschapsraad”. Sven Pieneman ontwikkelde samen met de VOO een MR-cursus voor leerlingen.
Armoede is helaas een hardnekkig probleem, ook in het onderwijs. Kinderen van armere ouders hebben vaak slechtere schoolprestaties, worden uitgesloten van deelname aan activiteiten en worden soms gepest vanwege het lage huishoudinkomen. Lees hier meer over wat scholen daaraan kunnen doen.
Vaak denken mensen bij armoede niet aan Nederlandse gezinnen of kinderen. Toch is in Nederland ook sprake van structurele armoede, wat betekent dat deze mensen niet normaal mee kunnen doen in de Nederlandse samenleving vanwege financiële problemen. Zowel voor volwassenen als kinderen heeft dit grote gevolgen. In Nederland leven, blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau, zo’n 230.000 kinderen in armoede, dat is zo’n 7,1% van alle kinderen in Nederland.
Er zijn veel negatieve gevolgen van het in armoede leven als kind. Op school zijn er negatieve effecten op de cognitieve ontwikkeling en leerprestaties van kinderen. Dit betekent dat kinderen die in armoede opgroeien vaak niet hun potentie kunnen ontwikkelen, waar kinderen van rijkere ouders dat wel kunnen. Bijvoorbeeld omdat kinderen van ouders met weinig geld geen bijles kunnen krijgen, minder goede schoolmaterialen moeten aanschaffen of na school moeten werken. Kinderen die opgroeien in armoede hebben een hogere kans om later zelf in armoede te leven. Door gelijke kansen voor kinderen te creëren, worden de negatieve gevolgen beperkt. Dat is een verantwoordelijkheid voor de overheid, de school en de samenleving als geheel.
Steeds vaker zien we gelukkig initiatieven vanuit school om te doen wat ze kunnen. Het oplossen van de grote kansenongelijkheid ligt bij de overheid, maar scholen zijn een uitstekende bron om de problemen te signaleren en waar mogelijk te tackelen. Een school kan in ieder geval:
Uit onderzoek van de VOO blijkt dat slechts 7,5% van de scholen armoedebeleid heeft geformuleerd. De VOO denkt dat scholen hier veel meer over kunnen nadenken. De medezeggenschapsraad (MR) op school kan een belangrijke rol spelen in het helpen formuleren van dit beleid. Bijvoorbeeld door het gebrek hierover aan te gaan met de schoolleider of door het schrijven van een initiatiefvoorstel.
Heeft u vragen over wat u op school kunt doen om armoede tegen te gaan? Neem dan als VOO-lid contact op met de VOO Helpdesk en we helpen u graag verder.
Janny is senior beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met medezeggenschap.
Meer over JannyDe MR Academie is dé e-learning omgeving voor alle MR-leden in het onderwijs. Volg een gratis demonstratie!
Bekijk cursusVoor alle vragen over onderwijs en medezeggenschap kunnen leden van de VOO terecht bij de helpdesk.
Helpdesk“Eigenlijk zijn leerlingen de belangrijkste personen in de medezeggenschapsraad”. Sven Pieneman ontwikkelde samen met de VOO een MR-cursus voor leerlingen.
Helaas is armoede nog steeds een groot -en groeiend- probleem in Nederland. Het CPB verwacht dat in 2024 zo’n 7% van de kinderen in ons land opgroeit in armoede. Dat zijn gemiddeld zo’n 2 kinderen per klas en houdt u er rekening mee dat er nog meer zijn die net niet aan de definitie voldoen, maar bij wie het ook geen vetpot is.