Ouderraad

Voor het laatst bewerkt op: dinsdag 20 juni 2023

De ouderraad bestaat uit een groep ouders die op school actief zijn en helpen bij een tal aan zaken. Zo helpt de raad bij het organiseren van activiteiten en kan de ouderraad ongevraagd advies geven aan schoolleider en medezeggenschapsraad.


Wat is de ouderraad?

Een ouderraad (OR), ook wel oudervereniging of oudercommissie genoemd, is een groep van ouders die zich heeft georganiseerd en verbonden is aan een school. Het initiatief voor het oprichten van een ouderraad ligt bij de ouders zelf of kan worden aangemoedigd door de schoolleider. De wet verplicht het niet dat elke basisschool en middelbare school een ouderraad heeft.

De OR kan verschillende taken op zich nemen. Vaak de belangrijkste taak van de ouderraad is het innen van de vrijwillige ouderbijdrage en het organiseren van activiteiten met het geld van deze bijdrage. Het kan ook voorkomen dat de ouderraad de bijdrage niet zelf int (dit doet de schoolleider in dat geval), maar wel activiteiten van het geld organiseert. Daarnaast kan de OR advies geven aan de schooldirecteur of aan de medezeggenschapsraad over alle beleidszaken van de school die ouders aangaat. Zo fungeert de OR dus ook als brug tussen schoolleider, medezeggenschapsraad (MR) en ouders van de school.


Vormen van de ouderraad

De ouderraad kan verschillende, juridisch verschillende, vormen aannemen, mede afhankelijk van of er een inschrijving is bij de Kamer van Koophandel (KvK). De vorm die wordt gekozen maakt uit, omdat het onder meer gaat over wie er bevoegd is om namens de OR te handelen en wie er aansprakelijk kan worden gesteld bij financieel wanbeleid. Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen een informele ouderraad, een vereniging (waar ouders lid van zijn) en een stichting.

  1. Informele ouderraad. De eerste mogelijkheid is dat er sprake is van een informele ouderraad. In dit geval staat deze niet ingeschreven in de KvK, maar komt een groep ouders informeel bij elkaar. Er worden onderlinge afspraken gemaakt over het organiseren van de activiteiten me de geïnde ouderbijdrage. Een dergelijke organisatievorm heeft veel nadelen, omdat er vaak geen afspraken op papier staan over verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid. Er geldt een hoofdelijke aansprakelijkheid van alle bestuursleden. Deze vorm past bij een situatie waarin de financiële middelen door de school worden beheerd. Een informele ouderraad is af te raden als er geld geïnd of beheerd wordt.
  2. Vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid. Bij deze tweede mogelijkheid is er wel sprake van een inschrijving bij de KvK. Bij deze optie is er geen notariële acte van oprichting en de groep ouders gaat dus naar de KvK zonder eerst naar de notaris te gaan en de statuten te laten controleren. Er geldt in eerste instantie een aansprakelijkheid voor de vereniging als geheel, maar als de vereniging haar afspraken niet nakomt kunnen bestuursleden ook hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld. Ook deze vorm past daarom bij een situatie waarin geen geld beheerd wordt.
  3. Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid. Net als bij optie 2 kent deze optie een inschrijving bij de KvK. De vereniging wordt opgericht via de notaris, die de statuten van de vereniging controleert en voorziet van goedkeuring. Voor de organisatie gelden dezelfde rechten en plichten als voor burgers: zo kan er een bankrekening worden geopend, geld geleend worden of een gebouw worden gehuurd of gekocht. Alleen bij wanbeleid kunnen bestuurders hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld.
  4. Stichting. De vierde mogelijkheid is betreft een stichting, die geen leden kent. Ook bij deze vorm is een KvK-inschrijving noodzakelijk en mits deze middels een notariële is ingesteld heeft de stichting volledige rechtsbevoegdheid. De stichting heeft een bestuur, die gebruikelijk bestaat uit ten minste een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Het bestuur houdt zichzelf in stand: het kiest zijn eigen opvolgers voor bestuursleden die aftreden. Het belangrijkste verschil met de verenigingsvorm is dan ook dat bij de vereniging leden inspraak hebben in het bestuur en de koers van de organisatie, maar bij een stichting is er geen ledeninspraak omdat er geen leden zijn. De stichting kan wel donateurs hebben, maar die hebben geen formele inspraak.

Huishoudelijk reglement

Naast statuten is het verstandig om als ouderraad een huishoudelijk reglement op te stellen. In dit reglement worden afspraken en procedures opgenomen, bijvoorbeeld over de wijze waarop bestuursleden worden gekozen, hoe ouders lid kunnen worden en hoe vaak de OR vergadert. De VOO heeft een model voor het huishoudelijk reglement opgesteld (onderaan de pagina te vinden). Dit reglement kan worden gebruikt wanneer voor een verenigingsvorm is gekozen.

De ouderraad houdt in de regel eens per jaar een ouderavond, waar alle leden van de OR (in principe alle ouders van de school) welkom zijn. Tijdens deze ledenbijeenkomst doet de ouderraad verslag van de financiën (inkomsten en uitgaven) en de georganiseerde activiteiten van het afgelopen jaar. Het bestuur van de ouderraad zet deze terugblik tevens in een schriftelijk jaarverslag. Daarnaast wordt er ook vooruitgeblikt op de financiën en de activiteiten voor het komende schooljaar. De ouders die aanwezig bij de vergadering mogen stemmen over het jaarverslag en het jaarplan. Ook hebben zij het recht wijzigingen voor te stellen en aan te brengen. Het is gebruikelijk de jaarvergadering in het voorjaar te houden.


Ouderraad, schoolleider en MR

De schoolleider, ouderraad en medezeggenschapsraad hebben alle drie een belangrijke rol op school. De schoolleider heeft de dagelijkse leiding over de gang van zaken op school en overlegt met de verplicht in te stellen medezeggenschapsraad over alle beleidsaangelegenheden. De relatie tussen de schoolleider en de MR is vastgelegd in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) en nadere afspraken worden gemaakt in het medezeggenschapsreglement. De ouderraad is geen wettelijk verplicht orgaan, waarmee er dus ook geen formele relatie bestaat tussen de MR en de ouderraad en tussen de schoolleider en de ouderraad.

Het is desalniettemin van groot belang dat de ouderraad en de MR goed contact met elkaar onderhouden. Er kan bijvoorbeeld worden afgesproken dat een OR-lid bij de MR-vergaderingen is en andersom, of dat er jaarlijks overleg plaatsvindt met de hele MR en het hele bestuur van de ouderraad. Zo kan de MR input ophalen van ouders via de ouderraad en weet de ouderraad welke onderwerpen de MR bespreekt met de schoolleider. Voor de schoolleiding en de ouderraad geldt dat zij een overeenkomst kunnen opstellen (een model hiervoor staat onderaan de pagina).

Indien de schoolleiding een duurzame samenwerking aangaat met de ouderraad, bijvoorbeeld omdat de raad de ouderbijdrage gaat innen en het geld gaat besteden, dient de MR advies te geven over deze samenwerking (artikel 11 lid 1d WMS). De oudergeleding van de MR heeft tevens een instemmingsrecht met betrekking tot de hoogte en de bestedingsdoelen van de vrijwillige ouderbijdrage (artikel 13 lid 1c en artikel 14 lid 2c WMS).


Ouderraad en VOO

De VOO ondersteunt ouderraden bij hun werkzaamheden. Dat doen we door verschillende cursussen te geven. Met de cursus Ouderraad Start leert u meer over het instellen van de ouderraad en de te maken afspraken met schoolleiding en MR. Ook is het mogelijk een cursus Relatie MR, OR en team te volgen.

Voor ouderraden die lid zijn van de VOO is het mogelijk alle mogelijke vragen over de ouderraad te stellen aan de VOO Helpdesk. Het is ook mogelijk om uitgebreidere begeleiding in te schakelen, bijvoorbeeld als u wilt dat de VOO meedenkt over de organisatie van uw ouderraad.


Bram Buskoop
Beleidsadviseur

Bram is beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met medezeggenschap en kansengelijkheid.

Meer over Bram

Ouderraad Start

Ouderraad Start is dé standaard basiscursus voor OR-leden bestaande uit één bijeenkomst.

Bekijk cursus

Raadpleeg de VOO Helpdesk

Voor alle vragen over onderwijs en medezeggenschap kunnen leden van de VOO terecht bij de helpdesk.

Helpdesk

Helaas is armoede nog steeds een groot -en groeiend- probleem in Nederland. Het CPB verwacht dat in 2024 zo’n 7% van de kinderen in ons land opgroeit in armoede. Dat zijn gemiddeld zo’n 2 kinderen per klas en houdt u er rekening mee dat er nog meer zijn die net niet aan de definitie voldoen, maar bij wie het ook geen vetpot is.