“Eigenlijk zijn leerlingen de belangrijkste personen in de medezeggenschapsraad”. Sven Pieneman ontwikkelde samen met de VOO een MR-cursus voor leerlingen.
Een oordeel geven over voorgenomen beleid betekent gedachten uitwisselen en standpunten innemen. Die standpunten hoeven niet altijd met elkaar overeen te komen. Natuurlijk zal dan eerst getracht worden met overleg tot elkaar te komen, maar mocht de MR en bevoegd gezag niet tot overeenstemming komen, is het mogelijk om een zaak bij de geschillencommissie voor te leggen.
De geschillencommissie (volledige naam: Landelijke Commissie voor Geschillen WMS) kan worden ingeschakeld als de MR en het bevoegd gezag het inhoudelijk niet eens worden of wanneer er onduidelijkheid is over een bepaalde procedure. Natuurlijk zitten er een aantal stappen voordat een van de partijen besluit tot een geschil. Zo is er overleg en kan in geval van nalatigheid ook een formele brief worden gestuurd. Ook kan de VOO worden ingeschakeld om als onafhankelijke expert een oplossing te vinden. Als deze stappen geen oplossing bieden, kan de MR of het bevoegd gezag een geschil voorleggen bij de LCG WMS.
Alle scholen zijn bij de LCG WMS aangesloten. De uitspraken van de commissie zijn bindend, dat wil zeggen dat alle partijen zich hieraan dienen te houden. De geschillencommissie kan een bemiddelingsvoorstel of een dwangsom opleggen. De LCG maakt onderscheid tussen verschillende soorten geschillen.
Instemmingsgeschil
Indien het bevoegd gezag een voorstel doet en daarvoor van de MR of de geleding niet de vereiste instemming krijgt, kan het de geschillencommissie binnen zes weken na het onthouden van de instemming toestemming vragen om het besluit te nemen. De commissie stelt beide partijen in gelegenheid argumenten naar voren te brengen. Uiteindelijk beoordeelt de LCG WMS of de MR in redelijkheid tot het onthouden van instemming heeft kunnen komen, of dat er sprake is van zwaarwegende omstandigheden die het voorstel van het bevoegd gezag rechtvaardigen.
Het kan ook zo zijn dat het bevoegd gezag een besluit neemt waar de MR niet mee in heeft gestemd of waar überhaupt geen instemming aan de MR over is gevraagd, terwijl dit wel verplicht is. De MR kan dan binnen zes weken schriftelijk de nietigheid van het besluit inroepen bij het bevoegd gezag. Daarnaast kan de MR de LCG WMS vragen om het bevoegd gezag te verplichten de gevolgen van het besluit ongedaan te maken. Het bevoegd gezag kan op zijn beurt de geschillencommissie vragen om uit te spreken dat de MR ten onrechte een beroep heef gedaan op de nietigheid van het besluit.
Geschil over inhoud statuut en reglement
Voor het vaststellen van het medezeggenschapsstatuut of -reglement, is een instemming van 2/3 van de MR-leden vereist. Indien de instemming niet wordt gegeven, is er sprake van een geschil. Het bevoegd gezag kan binnen zes weken aan de geschillencommissie vragen om het statuut of reglement alsnog vast te stellen. Dit doet de LCG als het bevoegd gezag zwaarwegende argumenten heeft het document wel vast te stellen. Ook de MR kan een geschil in het kader van het statuut of reglement starten en de nietigheid inroepen als het bevoegd gezag een van deze documenten vaststelt zonder instemming van de MR. Het bevoegd gezag kan de LCG ook vragen uit te spreken dat de MR onterecht een beroep heeft gedaan op de nietigheid.
Adviesgeschil
Als het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij wordt afgeweken van het advies dat de MR heeft gegeven, geldt dat het besluit met zes weken wordt opgeschort, tenzij de MR er geen bezwaar tegen heeft dat het besluit direct wordt uitgevoerd. Binnen de zes weken nadat het bevoegd gezag de mededeling heeft gedaan dat het advies niet gevolgd zal worden, kan de MR een geschil voor leggen aan de geschillencommissie. De commissie toetst of het bevoegd gezag in redelijkheid het advies van de MR niet heeft opgevolgd. De LCG kan daarbij het bevoegd gezag verplichten om bepaalde gevolgen van het besluit ongedaan te maken of om na te laten het besluit uit te voeren.
Nalevingsgeschil WMS en onderwijswetgeving
Zowel de MR als het bevoegd gezag kan een nalevingsgeschil over de WMS of andere relevante onderwijswet aan de geschillencommissie voorleggen. Met relevante onderwijswet worden bedoeld de WPO, WVO en WEC. De LCG kan de MR of het bevoegd gezag verplichten iets te doen of iets na te laten.
De VOO kan helpen met beoordelen of een gang naar de geschillencommissie succesvol zal zijn. Ook kan de VOO de MR met raad en daad bijstaan bij een gang naar de geschillencommissie. Als uw MR lid is van de VOO, kunt u hier gratis vragen over stellen via de VOO Helpdesk. Voor uitgebreidere begeleiding en hulp bij een gang naar de LCG WMS, is het via onze begeleiding mogelijk de MR te ondersteunen.
Bram is beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met medezeggenschap en kansengelijkheid.
Meer over BramMR Compleet is dé complete basiscursus voor MR-leden bestaande uit drie bijeenkomsten.
Bekijk cursusVoor alle vragen over onderwijs en medezeggenschap kunnen leden van de VOO terecht bij de helpdesk.
Helpdesk“Eigenlijk zijn leerlingen de belangrijkste personen in de medezeggenschapsraad”. Sven Pieneman ontwikkelde samen met de VOO een MR-cursus voor leerlingen.
Helaas is armoede nog steeds een groot -en groeiend- probleem in Nederland. Het CPB verwacht dat in 2024 zo’n 7% van de kinderen in ons land opgroeit in armoede. Dat zijn gemiddeld zo’n 2 kinderen per klas en houdt u er rekening mee dat er nog meer zijn die net niet aan de definitie voldoen, maar bij wie het ook geen vetpot is.