Onderwijsinspectie

Voor het laatst bewerkt op: dinsdag 6 februari 2024

De Onderwijsinspectie is in Nederland verantwoordelijk voor het handhaven van wet- en regelgeving in het onderwijs. De inspectie richt zich hierbij op het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal (voortgezet) onderwijs.


Taken van de Onderwijsinspectie

In het hele land horen leerlingen erop kunnen te vertrouwen dat de kwaliteit van het onderwijs goed is. Daarom is er de Onderwijsinspectie. Namens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) houdt de Onderwijsinspectie toezicht op de kwaliteit van het onderwijs. In het onderzoekskader legt de inspectie uit hoe zij dit doen.

De inspectie doet dat door elke vier jaar elk schoolbestuur te bezoeken. Het schoolbestuur moet dan aan de inspectie laten zien dat aan de wettelijke basisvereisten voor besturen wordt voldaan. De inspectie geeft in ieder geval een oordel op gebied van kwaliteitszorg en financieel beheer. Wordt daar niet aan voldaan, dan kan het bestuur een herstelopdracht krijgen.


Inspectie op scholen

Er is geen routine waarbij de inspectie alle individuele scholen onderzoekt of bezoekt. Wel maakt de inspectie elk jaar een prestatie- en risicoanalyse van elke school. Deze analyse bestaat uit basisgegevens over de school (zoals de schooladviezen in het primair onderwijs) en uit eventuele signalen die over de school zijn binnen gekomen bij de inspectie. Op basis van deze analyse kan de inspectie ertoe besluiten om een schoolbezoek af te leggen. Tijdens het schoolbezoek bekijkt de inspectie welk beleid de school voert en hoe dat in de praktijk vorm krijgt, kijkt mee in lessen en voert gesprekken met de schoolleider en leraren.

Op basis van de analyse en het schoolbezoek krijgt de school een beoordeling. De beoordeling van elk bestuur en elke bezochte school is te vinden op de website van de Onderwijsinspectie. Deze beoordeling kan voldoende zijn, waarmee de inspectie vindt dat het onderwijs van goede kwaliteit is. De school kan ook de beoordeling ‘zwak’ of ‘zeer zwak’ geven. Dat zal gebeuren als de leerresultaten ernstig en langdurig tekortschieten en er te korten zijn in de naleving van een of meer bij of krachtens de wet gegeven voorschriften. In dat geval moet de school aan de slag met het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Dat gebeurt aan de hand van een herstelplan, die de schoolleiding moet maken. Als er voor langere tijd geen verbeteringen zichtbaar zijn, dan kan de inspectie het dossier overdragen aan de minister van Onderwijs. Die kan er dan toe besluiten om de financiering voor de school stop te zetten.


MR en Onderwijsinspectie

Het kan voorkomen dat de MR (op schoolniveau) of GMR (op bestuursniveau) wordt gevraagd om met de inspectie in gesprek te gaan. Dit kan de inspectie helpen met het vormen van een objectief beeld over de school. De Onderwijsinspectie kan ook kijken naar of er een medezeggenschapsraad is en of de medezeggenschap goed georganiseerd is. Als dit niet goed geregeld is, kan de inspectie hier wat van vinden.

Wanneer de school het oordeel ‘zeer zwak’ krijgt, kan dat hard aankomen. Lang niet elke schoolleider en elke MR ziet dat oordeel aankomen. Hoe dan ook moet de school dan aan de slag met een herstelplan. De MR kan advies- of instemmingsrechten hebben bij onderdelen van dit herstelplan of bij uitwerkingen ervan in concreet beleid. Het is aan te raden dat de MR het gehele herstelplan ter instemming ontvangt. Zo kunnen MR-leden ook meedenken over de te volgen route naar herstel.


VOO en Onderwijsinspectie

De VOO kan MR’s ondersteunen die te maken hebben met een hersteltraject. Zo kunnen we een onafhankelijk oordeel vormen over het herstelplan en de op te stellen beleidsdocumenten die daar waarschijnlijk uit volgen. Voor veel beleidsdocumenten, zoals het schoolplan en de schoolgids, zijn er wettelijke vereisten. Het is bij een onvoldoende oordeel van de inspectie des te meer zaak dat aan deze wettelijke vereisten wordt voldaan. Vraag hiervoor begeleiding aan.

MR’s die lid zijn van de VOO kunnen tevens elke dag e-mailen of bellen met de VOO Helpdesk. MR-leden kunnen al hun vragen over onderwijs en medezeggenschap aan de helpdesk stellen. Is de MR nog geen lid van de VOO? Maak uw MR dan lid van de VOO om van de helpdesk en de vele andere voordelen gebruik te kunnen maken.

Eddy Habben Jansen
Beleidsadviseur

Eddy is beleidsadviseur bij de VOO en houdt zich in het bijzonder bezig met ouderbetrokkenheid en burgerschap.

Meer over Eddy

MR Academie

Dé online leer- en kennisdeelomgeving voor medezeggenschap!

Bekijk cursus

Inschrijven voor onze nieuwsbrieven

"*" geeft vereiste velden aan

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en updates*
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en ontvang wekelijks de nieuwste artikelen, tips en exclusieve inhoud over medezeggenschap, of kies voor de maandelijkse nieuwsbrief voor een update over het openbaar onderwijs.
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Raadpleeg de VOO Helpdesk

Voor alle vragen over onderwijs en medezeggenschap kunnen leden van de VOO terecht bij de helpdesk.

Helpdesk

Het openbaar onderwijs heeft een actief-pluriforme opdracht. Dit betekent dat het onderwijs bijdraagt aan ‘de ontwikkeling van de leerling met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving’. Daarom kunnen kinderen godsdienstig of humanistisch vormingsonderwijs krijgen. Niet alle openbare scholen weten wat ze 'moeten', maar vooral ook niet wat er tegenwoordig mogelijk is bij het invulling geven aan deze wettelijke verplichting. Modern vormingsonderwijs is een kans om leerlingen op openbare scholen wat extra's te bieden op de thema's socialisatie en persoonsvorming.  



popup-close

Blijf op de hoogte van de laatste updates met onze nieuwsbrief!

Ontvang wekelijks nieuwe artikelen, tips en exclusieve inhoud over medezeggenschap, of maandelijkse updates over openbaar onderwijs.

"*" geeft vereiste velden aan

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en updates*
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.